Tot half tien geslapen. Op mijn gemak alle reacties bekeken
en de mails. De bedoeling was tussen 11 en twaalf te vertrekken, maar met alle
gemakken die we onszelf permitteerden werd het kwart over heen. We hadden geen
haast. Rond kwart over twee waren we in het natuurpark Piano di Colfiorito. Met de voeten in het
water peuzelen we de broodjes die ik ’s morgens had klaargemaakt. Het grote
probleem hier is toch wel de wegaanduiding, ook op de grote wegen. Pas op het
allerlaatste moment staat er een bord met de kleinste plaatsen. Het gevolg is
dat je vaak al voorbij de afslag bent en weer terug moet rijden.
De picknickplaats is een sprookje. Het water, vol waterlelies
en allerlei diersoorten die rondom het water leven is het een en al rust. Het
enige storende is een stelletje wat hier dacht te gaan vrijen en die wij kwamen
storen. Ze trekken zich echter weinig van ons aan. Wat later trekken ze zich op
een ander plekje terug, voor misschien wat meer vrijheden. Terwijl we de
steiger oplopen zien we een grote waterrat weglopen, geschrokken door onze
aanwezigheid. Juffertjes vliegen in het rond, scholen visjes zwemmen door het
water. Terwijl Marga de appels schilt en de schillen in het water gooit,
ontstaat er een school van visjes die nieuwsgierig aan komen zwemmen om te
proeven. Ook de eenden proeven even aan de schillen, maar spugen alles weer
uit. Het is te min voor ze en niet hun smaak. Helaas hebben we het oude brood
voor de eenden op tafel laten liggen. Het is windstil. De vogels genieten op
dit uur, net als de mensen, van hun siësta. Er is een trapje naar het water,
zodat ik kan pootje baden. Het overeind komen gaat wat problematischer, maar
lukt uiteindelijk wel. In deze vrije natuur wordt je één met alles wat er
leeft. Het is dat we verder moeten, anders zou je er in alle rust een middag
door kunnen brengen, liggend in het gras, pootje badend vanaf de steiger of met
een boek.
Na een uurtje genieten en foto’s maken, waar Marga zich op
mij uitleeft met mijn toestel, rijden we naar het waterdorp Rasiglia. In dit dorp waren vroeger vier wolfabrieken en twee weverijen. In 1907
had dit dorp al stroom door de natuurlijke bronnen en de eigen
waterkrachtcentrale. Terwijl in de omstreken en dorpen overal nog
petroleumlampen en kaarsen werden gebrand om licht te krijgen. Het dorp had in
die jaren 500 inwoners en een bloeiende wol industrie. Toch verminderde het
aantal inwoners in 1973 naar 300 door de afbraak van de vraag naar deze
industrie. In 1997 kwam de grote aardbeving. Bijna alle huizen waren ingestort.
De bewoners trokken weg. Vijftig bewoners bleven er nog over. Omdat zij het zo
erg vonden dat er niets meer was overgebleven staken zij de koppen bij elkaar
en vormden een commissie. Samen en met behulp van de regering werd het dorpje
opgebouwd en verworden tot een toeristische trekpleister. De natuurlijke
bronnen, met echt heerlijk koel water om te drinken wordt door de bewoners zelf
onderhouden.
Wanneer wij aankomen wordt ons door twee mannen verteld waar
we mogen staan. Een van de twee loopt met ons mee en verteld honderduit aan
Marga, terwijl ik maar loop te fotograferen. Natuurlijk zijn het veel te veel
foto’s, maar de straatjes, huizen en de bronnen, het ziet er allemaal even mooi
uit. Er ligt nu een nieuwe waterkrachtcentrale klaar, die alleen nog ingebouwd
moet worden. Hij ligt er al enige tijd en het zal wel op zijn Italiaans gaan,
komt het vandaag niet, komt het morgen wel. Na afloop geef ik de man 5 euro om
in de pot te doen voor restauratie van alles van nog moet gebeuren. Het wordt
in dank aangenomen en wanneer ik naar het toilet moet word ik naar een nichtje
gebracht, die mij in haar huis even onderkomen geeft. Het gaat niet helemaal
van harte, maar wanneer hij uitlegt dat ik een pelgrim ben, is alles ineens
goed. In een dorp verder is een benzinestation waar we koffie kunnen drinken.
Dat was nergens is Rasiglia te vinden. Wel geweest maar leverde te weinig op om
van te leven, dus weer gesloten. Geeft niet, de koffie bij de pomp is goed, al
ziet alles er iets minder fris uit. Ik kijk er gewoon niet naar. De eigenaar
moet zelfs eerst nog het lepeltje en het kopje afwassen. Hij geeft mij na
afloop geen bon, wat heel gevaarlijk is. Door het vele zwarte geld, wat ook in Italië
heel gewoon was, is er een controle politie ingesteld. Als zij mij op dat
moment om een bon had gevraagd en ik die niet kon overleggen, hadden zowel de
eigenaar als ik een boete gekregen. Terwijl Marga dit allemaal uitlegt vraagt
ze me dit absoluut te vermelden. Want natuurlijk wordt dit geld in eigen zak
gestoken en niet opgegeven.
Het leven bij Marga:
Eerlijk is eerlijk, deze dagen bij Marga pas ik me daar
aardig en zonder ongeduld bij aan. Het is over de dertig graden buiten. In huis
is het heerlijk koel. Ook op het terras is het lekker in de schaduw zitten. Hier
te mogen leven en wonen is een sprookje, zolang je selfsupporting blijft. Marga
maakt haar eigen brood en yoghurt. Het buurtgemeenschapje er om heen is één
grote familie van haar geworden. Als ze wil kan ze iedere dag wel ergens
uitgebreid eten, want iedereen is aan tafel welkom. Ga je echter bij de een
eten, ben je verplicht de anderen niet te vergeten. Voor ik kwam had Marga al
een aantal problemen met de wasmachine, de grasmaaier en gistermorgen dus de
boiler, waardoor we beiden ons weer ouderwets poedelen onder de kraan. Is het
erg? Welnee, terug naar de basis. Vroeger kenden we toch niet anders? Bij de
buren mag Marga iedere dag verse groenten en fruit uit de tuin halen. Zoals die
tomaatjes smaken, daar kunnen de onze niet aan tippen. Ze zien er misschien
niet zo mooi van vorm uit, maar je proeft de zon er in, net als in de sla,
groenten en het andere fruit. Wat opvallend is dat we in veel dingen hetzelfde
denken en doen. Houden beiden niet van winkelen, denken over veel dingen
hetzelfde en voelen ons met elkaar op ons gemak.
Het kerkje
Vanaf het eerste moment is het kerkje mijn lievelingsplekje.
Het wordt maar een paar keer per jaar gebruikt. Ik schreef al dat ik de
zonnebloem voor Jenny bij het altaar had gezet. Marga had een prachtige kaars
om voor alle mensen te branden die het nodig hebben en dit alles lezen. Er is
nog een doos met losse kaarsjes die ik brand voor de ernstige zieken die er om
hebben gevraagd. Bovendien heb ik zelf nog een mooie grote kaars gekocht voor
iedereen. Ook die staat op het altaar hier te branden. Het is een gezegende
plek waar ik me heerlijk voel. Ik hoef er niet per se naar binnen te lopen om
te bidden, soms zit ik er alleen maar zonder gedachten of loop ik binnen om
nieuwe kaarsjes te branden zonder dat er iets bij hoeft gezegd.
Voor de 2e helft van de foto's ga naar Facebook, daar staat alles op. Het zijn er teveel. https://www.facebook.com/maussturmer/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten