Om tien over zeven schrok ik wakker. Marga was al op. Had
best nog een uurtje willen slapen, maar ben ook wel weer blij om op de fiets te
stappen. In mijn nachthemdje is mijn eerste gang naar het kapelletje. Een kaars
voor Marga, als dank voor alles wat ze me heeft gegeven. Een kaars voor alle
mensen om me heen die meeleven, die het nodig hebben en alle zieken en een
kaarsje voor mezelf, dat de laatste 4 dagen goed mogen gaan. Was dat een
uitdaging? Op het moment dat ik naar het kapelletje liep zag je nauwelijks een
hand voor de ogen van de mist. Later trok het wel iets op. Wanneer we willen
vertrekken laat ik Bruno naar buiten glippen. Hij pikt een oud half brood van
de bank, dat voor de kippen is bestemd en klaar ligt om mee te nemen.
Natuurlijk weet hij dat hij het niet mag hebben. Marga en ik lopen dus steeds
weer als gekken er achteraan, maar hij blijft weghollen. Opeens krijg ik een
ingeving. Hij heeft dat ene halve brood bijna op, dus pak ik het andere. Wacht
tot hij zijn maaltje naar binnen heeft geschrokt en hou het andere stuk nu
uitdagend voor zijn neus. Zo lok ik hem mee naar binnen, waar Marga al klaar
staat met de riem en ik weer snel naar buiten glip.
Om tien over half negen vertrekken we naar de plaats waar
Marga mij had opgepikt, Torbetto, 3
km . voor Assisi. Twee vrouwen die elkaar totaal niet
kenden maar een hele sterke binding hebben gekregen in die paar dagen. Ik zal
Marga, haar knusse huisje en het kapelletje nog verschrikkelijk missen. Maar
het is tijd om door te gaan. Wanneer de fiets uit de auto is gewurmd, de bagage
er weer op ligt, is er een roerend afscheid. Marga loopt van het parkeerterrein
mee naar de weg om me na te zwaaien. Door de drukte is het wat moeilijk om te
kijken, ik weet dat ze zwaait. Voorbij Assisi, waar ik zonder spijt een laatste
blik op werp, omdat het er veel te druk was, rij ik door naar Rivorto. Eerst
wil ik er doorheen rijden, maar de kerk trekt toch. In de kerk staan 2 gebouwtjes,
waar ik niets van begrijp maar wel zie dat het met Franciscus heeft te maken.
Hij ligt als beeld in een glazen kist en je mag er een wens bij neerleggen.
Bij Spello duik ik de kasteeltuin in om op het bankje te
zitten en te genieten van de pracht en praal. De kasteelheer zit te genieten op
de stenen trap, terwijl ik foto’s maak. Na tien minuten staat hij op en komt
mijn richting uitlopen, alles op zijn gemak. Hij groet me, zegt niet dat er een
rood bord met witte streep staat en dat ik er niet mocht zitten, maar loopt
naar buiten. Wanneer ik even later hem achterna fiets is hij spoorloos
verdwenen. Al twee weken had ik problemen met mijn km.teller. Dan deed hij het wel
en dan weer niets. Net even buiten
Spello geeft hij het helemaal op. Vanuit mijn oog had ik daar een fietsenmaker
gezien. Rij de twee km. weer terug om te vragen of hij er iets aan kan doen.
Wat hij ook probeert, niets helpt. Rigoureus knipt hij de draden weg en sloopt
het hele ding er af. Omdat ik zijn en
hij mijn taal niet begrijpt geef ik me maar vol vertrouwden aan hem over. Een
uur is hij bezig geweest. Heeft er nieuwe bedrading aan gezet en het ding doet
het weer als een trein. Dat alles voor 10 euro, het is niet te geloven voor een
uur werk en de nieuwe kabel.
Al met al heb ik nauwelijks kilometers gemaakt. Onderweg is
het net of ik door Italiaanse haciënda’s rij. Een heerlijk landschap. In
Bevagna neem ik eerst een kijkje in de twee kerken, fotografeer het prachtige
plein en de kleine smalle straatjes. Ik neem er echt de tijd voor. Ben toch al
laat en zie wel waar ik uitkom. Wanneer ik de poort uitrij staat een aantal
bankjes naar me te lonken in de schaduw. Het is koffietijd. Voel me vies
bezweet. Begonnen we vanmorgen met mist, al snel is het vochtig warm, zo rond
de dertig graden. Marga had al gewaarschuwd dat in de middag onweer zou komen.
Ongeveer twintig minuten later, heb al een flinke klim achter de rug, zie ik
het boven Bragna helemaal zwart worden en donder en bliksemen. Zelf heb ik nog
nergens last van en klim maar door naar 720 meter hoogte. Dan ben
ik er nog lang niet. Moet uitkomen op 950 meter hoog en daartussen zitten dan weer
een aantal dalingen. Dit is om de weg voor ons fietsers makkelijker te maken.
Tijdens een klim van 5% en 2,5
km . de berg op heeft het onweer me ingehaald. Het begint
zachtjes te regenen. Het weerlichten is nog ver weg. Bij een huis, zonder hek
ervoor, zie ik een afdak en ga schuilen. Voor de deur staat een dure Lancia.
Bel aan bij mijnheer Stefano Santini uit Cantaluopo, om toestemming te vragen,
maar hoewel hij thuis is wordt de deur niet opengedaan en ga ik maar onder het
afdak op het terras zitten. Op zijn terras ontdek ik een eng beest wat ik niet
ken op zijn tuinstoel. Kan het niet laten om hiervoor toch de camera te pakken.
Aeolus en Pluvius vechten het hardste wie er zal winnen. Ze
gaan steeds harder te keer en zitten me beiden aardig dwars. Beiden genieten
van dit gevecht, wat ik gegarandeerd moet verliezen. Het is maar goed dat ik
van tevoren al had besloten twee dagen over deze route te doen. Was al teveel
opgehouden. Ik vind dit onweer in de bergen wel een mooie beleving, vooral
wanneer het in de verte plaats vindt. Nu het dichterbij komt en ik droog zit is
het niet zo erg. Vijf voor drie is het overgedreven en stap weer op de fiets om
verder te rijden. Het is redelijk droog. Helaas had ik in het boekje verkeerd
gekeken en de route van de camping gevolgd naar Cantalupo. Had Massa Martana
moeten volgen. Eer ik eindelijk door heb dat ik verkeerd zit heb ik heen en
terug weer 9 km .
extra gereden. En dat gaat me opbreken.
Het laatste stuk naar Massa Martana gaat gepaard met flinke
klimmen. In het boekje staat ook dat er een afdaling is van 11 km , wat in de praktijk
neerkomt op nog eens extra klimmen van 6 km . naar 950 meter hoogte en 5 km . dalen. Helemaal niet
leuk wanneer op dat moment het onweer, dat nog niet is weggeweest, weer
teruggekaatst wordt mijn richting op. Alsof dat nog niet genoeg is gaan zowel
Aeolus als Pluvius op dermate manier in gevecht met elkaar dat ik binnen 5
minuten in zware hoosbuien rij. Zo erg dat ik ondanks de regenkleding tot op
mijn huis letterlijk nat ben. Tot twee keer toe probeer ik onder een boom even
te schuilen, hoe gevaarlijk het ook is, maar de lichtflitsen schieten af en toe
vlak over mijn hoofd, vooral op het hoogste punt. Als veiligheid heb ik de
engelen gevraagd me te beschermen en mezelf helemaal in het licht geplaatst.
Was ik bang? Nee, niet echt, voelde me beschermd. Wel zat ik van de kou te
rillen op mijn fiets. Wat hebben die twee Goden toch een lol. Mijn handen en
voeten zien wit van de kou. Het water loopt letterlijk mijn schoenen weer uit.
In Massa Martana gekomen blijkt het hotel gesloten te zijn, geen onderdak te
vinden. Of ik nog even drie kilometer verder wil rijden. Daar aangekomen wil me
melden bij het park Agriturisme Orsini. Niemand aanwezig. Een jong stel, dat hier
een huisje heeft gehuurd voor langere tijd ziet me aankomen en roept me binnen.
Ze komen direct een handdoek brengen, maken koffie en bellen de eigenaar, die
er binnen een paar minuten is. Eenmaal op mijn kamer gekomen sta ik binnen vijf
minuten onder een gloeiend hete douche. Een half uur heb ik nodig om warm te
worden voor ik er
onderuit kom. Pas daarna ben ik in staat om alles uit te
pakken. De regen is letterlijk door alle tassen heengegaan. En alles moet
worden gedroogd. Voor mijn jasjes en fietsshirt gebruik ik de föhn om ze droog
te krijgen. Om het geheel compleet te maken zit ik in de kamer op een stoel
waarbij mijn rug het moet ontgelden. Helaas lig ik vandaag echt in de kreukels.
Mijn hand die behoorlijk pijn doet van het schakelen. Mijn rug, waar een kou op
zit door al het water wat er vanmiddag langsliep, zo mijn fietsbroek in. En
door de slechte stoelleuning nog een extra tik heeft gekregen. Eerlijk is
eerlijk had er de laatste tijd al vaker last van. Heb je nu eenmaal met
herniapatiënten. Het blijft een zwakke plek. Maar niet zeuren. Nog drie dagen
en Rome is bereikt. Het einddoel in zicht en dan???? Geen idee, zien we dan wel
weer.
Totaal gereden: 1938,66 km .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten