Hotel van David |
Half negen werd ik vanmorgen wakker, na toch een onrustige
nacht. Neem alle tijd vandaag om me aan te kleden. De regen stroomt uit de
lucht. Het ontbijt van vandaag bestaat uit 1/8 stuk vlaai in kleine reepjes
gesneden. Nu begrijp ik waarom die Italianen zo laat eten. Dan houden ze het
tot de lunch tenminste vol. Om tien voor tien rij ik weg, nagezwaaid door
David, die ik drie afscheidskussen geef, waar hij helemaal beduusd van is. Hij
verdiend het met al zijn lieve goedgeefsheid. Rond half elf sterf ik bijna van
de maagpijn. Geen wonder, nauwelijks wat te eten aan het ontbijt en mijn maagtabletten
niet ingenomen. In een bushokje zit ik op een bankje mijn droge broodjes te
eten. Heb er geen behoefte aan om uitgebreid en zeiknat van alles op de grond
uit te stallen en op te eten. Droog brood, twee dagen oud, het is te doen. Ik
zie er nu al uit als een verzopen kat. Alles is nat, zelfs de binnenkleding.
Hier is geen kruid tegen gewassen. Doorrijden en warm zien te worden is de
enige remedie om het vol te houden.
Onderweg moet ik aan ineens aan een paar mensen denken die
ik ken. Die me zelfs een paar keer zeiden dat we vrienden waren, maar waar ik al
die tijd niets van heb gehoord. Je vraagt je af wat er aan de hand is. Hoop dat
er niets ernstigs is en laat het weer gaan. Misschien waren het wel geen echte
vrienden of misschien ontbreekt de tijd of de zin om iets te laten horen. Ach,
alles kan en mag. Toch voelt het niet goed in mezelf en zit er af en toe over
te piekeren. Tot ik ineens bedenk misschien was dit wel de bedoeling dat er
afstand kwam om redenen die ik niet begrijp of weet en dan is het goed. De tijd
zal het leren en ik rij verder zonder er verder meer over na te denken. Reken
en vertrouw alleen op jezelf, zei Berry altijd, dan ben jij je eigen beste
vriend. Daarnaast heb ik een vaste vriendenkring waar ik echt op kan bouwen.
Mensen waar ik al meer dan 40, 30, 20 of minder jaren mee bevriend ben. Die
mensen zijn je extra geschenk in het leven.
Soms zou ik onderweg best een dagje langer willen blijven.
Niet alleen voor de rust maar ook om dingen wat meer te bekijken. Na vandaag
moet ik nog ongeveer 280 km .
rijden. Dat is korter dan ik dacht. Als het weer beter wordt kan ik misschien
weer wat langere afstanden rijden, hoewel??? De klimmetjes en veel vals plat
eisen toch heel veel energie. Dan heb ik voor Rome misschien een extra dagje tijd.
Vandaag was het in de morgen nog 18 graden, in de middag werd het nog maar 14. Ik
ben tot op de draad toe nat, geen regenkleding kan dit aan. Ondertussen lach ik
en geniet van alles wat om me heen gebeurd. Onderweg word ik ingehaald door een
Nederlander op de fiets. Zeker ook op weg naar Rome.
Na Mercator Saraceno komen de eerste echte klimmetjes van 5
tot 8%. Rond half één ontdek ik in
Sársina een totaal verlaten terras met
stoelen. De zaak is nog dicht. Ik zet uitgebreid mijn brood en andere dingen
voor de lunch op tafel, maak cappuccino en geniet even op mijn gemak van het
eten. Het toilet beneden is open, dus hoef ik dit keer niet langs de weg te
zitten. Ook heel moeilijk, omdat het een doorgaande weg is. En dan met al die
kleren aan. Het is nauwelijks te doen. Wanneer ik alles weer heb opgeruimd komt
de eigenaar er aan. Ik had hem al eerder een huis aan de overkant binnen zien
gaan, toen heeft hij niets gezegd. Afijn, ik heb er een gezellig half uurtje
doorgebracht. Na Sársina komt er gelijk een klim van 8%. In iedere geval wordt
de lunch gelijk goed verteerd.
Drie kilometer verder om een bocht zie ik op de vangrail een
Vlaamse Gaai zitten. Niet te geloven zo dichtbij. Voorzichtig wil ik stoppen en
blijf naar hem kijken in plaats van te kijken hoe ik afstap. Ja hoor, ik hoor
en zie hoe hij me uit zit te lachen als ik met mijn rechterbeen de grond mis,
maar in een diepe goot wegzak, de fiets valt half over me heen. Kan me
nauwelijks staande houden en krijg de fiets met moeite overeind. Ondertussen is
de Vlaamse Gaai met een schreeuw gevlogen. Een laatste Judas schreeuw vind ik
het. Hij was me echt aan het uitlachen, ik zag het in zijn ogen, zo dicht waren
we bij elkaar. Mijn rug en borst zitten weer onder de blauwe plekken. Krijg je
direct van die bloedverdunners. Bovendien is mijn fiets geen lichtgewicht. Afijn,
ik had een misser en de Gaai plezier. Even later hoor ik weer geschreeuw van
vogels. Er vliegt er een grijze vogel met zwarte vleugels op. Later blijken het
een groter soort kraaien te zijn, met een grijze rug. Nooit eerder gezien.
Eigenlijk als je het goed bedenkt is het niet eerlijk
verdeeld in de wereld. De autoweg loopt bijna zonder klimmen naar Rome. Wij
moeten echt heuvel op heuvel af. Dat laatste minder dan het eerste. Had
eigenlijk andersom moeten zijn. Echter een automobilist mist al het mooie wat
ik te zien krijg, dus wil ik toch maar niet ruilen. Het toeristenbureau heeft
al snel een kamer met internet gevonden in hotel Al Tiglio, met internet erbij.
En weer geschieden er
wonderen
1. Op Facebook komt Michela, degene die ons in Verona zo
goed verzorgde tijdens het ontbijt en ook op de foto’s staat. Ze vroeg wanneer
ik in Rome dacht te zijn. Via haar priester wil ze vragen of ik in het
missiehuis mag slapen, dat is goedkoop. Zij heeft dat ook mogen doen. Wat
ontzettend lief om daar aan te denken. Ik beloof haar te melden zodra ik denk
Rome te bereiken.
2. Aan de eigenaresse van het hotel vraag ik of het duur is
om hier te eten. Ze geeft de menukaart,
De eigenaresse van hotel Al Tiglio |
Totaal gereden: 1717,83
Geslapen in Hotel Al Tiglio
www.hotelaltiglio.comBagno di Romagno
Geen opmerkingen:
Een reactie posten