Vanmorgen om 6.48 uur wakker, lekker vroeg. En dat terwijl ik om twee uur vannacht nog niet sliep. Kwart voor acht sta ik bij de receptie. Omdat alles al is ingepakt hoef ik van de eigenaar mijn bagage niet weer af te laden voor mijn paspoort. Hij neemt genoegen met mijn rijbewijs. Wanneer ik betaal geeft de man 10 euro terug, weer een tientje verdiend en ik heb geen idee waarom. Waarschijnlijk heeft hij medelijden met me dat ik met dit weer verder moet. Ik heb dan nog geen flauw idee hoe slecht het wordt en hoeveel oponthoud ik krijg. Krijg koffie en heet water mee, voor het ontbijt moet ik zelf zorgen. Geen probleem, wanneer je tien euro verdient. Mijn schoenen waren vanmorgen nog net zo nat als gisteravond. Dan maar mijn sandalen aan. Helpt natuurlijk ook niets. Sokken en sandalen zijn binnen de kortste tijd ook doornat. Nog geen 500 meter
Rond half tien heb ik 16.5 km . gereden en zie een
koffietentje Bar café Kitel, met daaronder de tekst coffé mokarabia. Er loopt
een poes rond met een oog, de andere is vrijwel dichtgegroeid zonder oog. Hij
komt me als eerste begroeten. Met zoveel mannen die hier in en uit lopen weet
ik dat de cappuccino hier goed moet zijn. Klopt als een bus. Zo lekker heb ik
ze niet meer gedronken sinds Michela in Verona die voor ons maakte. Op het
moment dat ik weg wil rijden begint een hoosbui, die minimaal een kwartier
duurt. Pas wanneer het nog een beetje regent stap ik weer op de fiets, vrolijk
nagezwaaid door de groep mannelijke stamgasten. Waar zouden al die vrouwen toch
zijn? Boodschappen doen, koken, weet ik veel? In ieder geval komen de heren
allemaal alleen. Italië is echt het land van de mannen. Dat merkte ik gisteren
ook bij dat jonge stel wat me opving toen ik zo doornat aankwam op het terrein
waar ik kamers kon krijgen. Hij zorgde voor de handdoek, gaf opdracht aan haar
om koffie te maken, het telefoonnummer te zoeken op de deur van het kantoor,
ondertussen opdracht gevend dat zij alle ramen en deuren moest sluiten omdat ik
het zo koud had en helemaal zat te rillen.
Tot even voorbij S. Gémini gaat het goed. Wat regen afgewisseld
met droogte maakt dat ik redelijk door kan rijden. Voel me een geluksvogel en
lach, met al dat moois om me heen, moet je wel
genieten, regen of niet. Al die
wonderlijk luchten alleen al geven prachtige effecten aan de foto’s. Opeens zie
ik een uil naast een Italiaanse kraai op de kabels van de trein zitten.
Voorzichtig stop ik, maar niet voorzichtig genoeg blijkbaar. Dit was wel heel
bijzonder. Andersom vond de uil dat van mij ook en vliegt met grote slagen weg.
Ik heb het nakijken. Een paar km. voorbij S. Gémini, het is net half elf, barst
ineens een volle stortbui over me heen. Zie links van de weg een overkapping
met allemaal tafels en stoelen. Een bedrijf wat niet meer in gebruik is, maar
ik zit droog. Maak foto’s van de stortbuien en windvlagen die met hoeveelheden
per uur langs vliegen. De regen duurt voort en de donder blijft komen. Het
onweer wordt heen en weer geslingerd tussen de bergen. Pluvius en Aeolus hebben
samen de grootste lol. Misschien denken ze dat ze me klein kunnen krijgen, ze
hebben het mis. Het is wat oponthoudt. Omdat de buien vrij lang duren pak ik
mijn computer om alles wat vanmorgen al is gebeurd op te schrijven. Scheelt
vanavond lekker tijd. Het is ijzig koud geworden, maar mijn schuilplaats is
geweldig. Er staan tafels en stoelen dus maak ik er gelijk mijn lunchpauze van.
In de verte hoor ik de jagers alsmaar schieten. Het jachtseizoen is geopend.
Zouden zij geen last hebben van de regen? Of is het zo dat het wild ze daardoor
niet hoort of ruikt? Arme dieren, hoewel ik best begrijp dat ook het wild in
stand gehouden moet worden om de boeren te beschermen vind ik het toch erg.
Net als ik denk rond kwart voor twaalf dat de regen minder
wordt en ik in wil gaan pakken, komt er opnieuw een hoosbui. Minder erg dan
daarstraks, maar doet niets af aan het feit dat ik nog steeds niet verder kan.
In de verte zie ik wat blauwe lucht aankomen, maar of dat deze kant uitkomt,
weet ik niet. We hebben tijd. Nami is nog maar 15 km . Eigenlijk eind van de
rit voor vandaag. Wilde liever nog een stuk verder rijden van de route van
morgen. Nu maar even de weergoden vragen of de blauwe lucht hierheen komt, dan
kan ik verder. Van het zitten wordt mijn natte lijf ook niet warmer. Soms vraag
ik me af waar regenpakken voor dienen. Tegen zulke buien is volgens mij geen
enkel pak bestand. Het had ook geen zin om mijn legging aan te doen, wordt net
zo na dor de regenbroek heen, heb ik van de week al ervaren.
Het nadeel van dit weer zijn de afdalingen. Normaal geniet
je ervan. Nu durf ik niet harder dan met 19 of 20 km . snelheid naar beneden.
De wegen zijn heel slecht en af en toe voel je je achterwiel wegslippen. Mede
door de grote plassen die er liggen. Ondertussen bof ik met dit plekje. Heb
mijn lunch op kunnen eten, warme thee gedronken en het klaart op. De regen is
nog heel licht. Ga inpakken en wegwezen. Tot vanavond.
Wanneer ik wegrij komt het geluid van de schoten van de
jagers wel heel dichtbij, al kan ik ze niet ontdekken. Vandaag moet ik klimmen
naar 935 meter
hoogte. Ik heb het geweten. Naar Narni is al een flinke klim, niet wetende dat
ik alsmaar hoger moet vandaag. Eerst heb ik het plaatsje van beneden af
gefotografeerd, niet wetende dat dit de plaats was waar ik naar toe moest. Nami
is de moeite waard om er even rond te struinen en mooie plaatjes te schieten
met al zijn smalle straatjes en hoekjes. Inmiddels is de zon gaan schijnen en
langzaam aan word ik een beetje warm, op mijn voeten na. De natte sokken willen
niet drogen. Uiteindelijk trek ik ze later op de middag uit en hang ze te
drogen aan mijn fiets. Eenmaal door de tweede poort van Narni moet ik nog eens 5-9%
klimmen, alsmaar door. Soms ga je even naar beneden, om prompt om de bocht weer
een stevige klim te krijgen. Als toetje naar Maricone krijg ik nog een paar kilometer
5-8% klimwerk. Boven op de eerste berg maak ik foto’s en ben ik een heerlijk
hapje voor hele kleine, nauwelijks zichtbare steekvliegjes. Ze zijn zelfs in
mijn shirt en BH gekropen. Wordt helemaal gek van de jeuk. En weer wordt het
klimmen en klimmen. Komt er nooit een einde aan? Pas na Colletarocca D. Lorenzo
mag ik eindelijk dalen. Nog een klein klimmetje bij Calvi di Lúbria, maar dan
heb ik het gehad. De uitzichten zijn zo mooi, dat ik bijna alle foto’s heb
bewaard en op internet zet. Vooral de lichtval is schitterend achter in de
middag. Een ding is zeker. Bijna een derde van de route van morgen heb ik
vandaag al gereden.
Rond half zes rij ik Montebuono binnen en vrijwel aan het
begin zie ik B en B staan. Voor mij alleen kost de kamer 35 euro incl. ontbijt.
Voor 2 personen is dat 45 euro. Neem het direct, ziet er goed uit.
Totaal gereden: 1998 km .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten