Vanmorgen zeven uur ging de wekker van de kerk keurig op tijd af. Ondanks dat ik gisteren voor twaalf uur in bed lag, had ik nog best een uurtje uit willen slapen, echter het ontbijt wacht. Negen uur loop ik naar buiten. Mijn rugzak heeft het gisteren begeven. Had deze drie jaar geleden in Santiago gekocht. Blijkbaar wachten de rugzakken tot ik weer een reis ga maken. Om de hoek zie ik een zaak die ze verkoopt. Deze die ik nu heb gekocht is wel heel handig. Kan ik trekken met lopen of op mijn rug dragen. Een uitgave niet gepland, maar wel noodzakelijk. Ach hij kan weer een paar jaartjes mee. Ik verslijt ze in mijn leven bij bosjes. Gisteravond nog een korte wandeling gemaakt door het buurtje achter het klooster. Heel gezellig met allemaal terrasjes en natuurlijk de nodige verkopers met bloemen, hoedjes, dingen die je de lucht in gooit en gekleurd terugkomen, sieraden, noem maar op. Het is tien uur in de avond en de terrassen zitten nog vol met etende mensen. Dat noemen ze dan de lichte maaltijd. “s Middags is de echte maaltijd, die heel belangrijk is en goed vult. Rond kwart voor elf ben ik binnen. Dezelfde portier, die er ‘s morgens om 7.15 al was, moet nog de hele nacht door daar zitten. Ondertussen is zijn vrouw wel op bezoek geweest. Een lief stel. 14 jaar samen, waarvan 4 jaar getrouwd. Geen kinderen, iets wat ze hebben geaccepteerd in hun geloof.
Nadat de nieuwe rugzak is gevuld, met een soort van geheim vak voor papieren en geld, ga ik vanmorgen richting Museum, Het Campidoglio, Colosseum, de koepels van Trajans Column en de afgravingen. Het is niet zo ver lopen, maar voor mij al te ver. Boven bij het museum krijgt net een Nederlandse klas tekst en uitleg over de trappen naar boven. Er is een gewone trap, die was voor het voetvolk en er is een speciale trap, zie foto’s, dat was voor de keizer, zodat hij met paard en al naar zijn paleizen kon komen op de berg. Ze waren echt niet dom, die Romeinen. Soms vraag ik me wel eens af hoe een volk, dat voor die eeuwen ver vooruit was in bouwen, denken en uitvoeren, zo ineen kon storten en honderden, zo niet duizenden jaren terug kon vallen. Het museum en de pleinen zijn gebouwd door Michael Angelo. Op het plein staat het beeld van Marcus Aurelius een keizer uit de 3e eeuw na Christus.
Even later ontmoet ik op het plein JT. Een jongeman uit Zuid Korea, die in New York woont en werkt. Het bevalt hem er niet echt, wel waar hij woont, maar voor de rest is het niet zijn stijl. Meer dan een uur brengen JT en ik samen door. Hij wil de afgravingen van binnen bezichtigen, ik moet door naar het Colsseum en daarna terug naar het klooster om te eten, Voor we afscheid nemen vraagt JT een vrouw om foto’s te maken van ons samen. Half een ben ik terug in het klooster. Even opfrissen en aan tafel. Wanneer ik mijn korte broek uittrek zit mijn hele achterste vol met shit. Vast van de duiven, waar ik even op de stenen uit heb zitten rusten. Weer een les. Volgende keer en zakdoekje neerleggen. Het is hier zo heet, dat de korte broek alweer droog is wanneer ik terug ben van het middag diner. Gelukkig gisteren een lange rok gehaald voor bij de paus. De broek is inmiddels ook niet meer te dragen, zo smoezelig Wil toch een beetje netjes erbij lopen, al zal dat de paus een worst zijn, hoe wij er uit zien. Het is mijn eigen gevoel.
Het broodje wat we elke dag bij het diner krijgen beleg ik met het vlees, dat we ook iedere dag krijgen en stop het in mijn tas voor vanavond. Is allemaal veel teveel. Na het eten een half uurtje rusten op bed. Daarna op de fiets naar de internetwinkel. Het is te warm om opnieuw te gaan lopen. We moeten van negen tot twaalf ’s morgens verdwijnen uit het klooster en dat is ook de mooiste tijd om van alles te bezoeken. Na tien uur, half elf komen de reisleiders (sters) met hun stokken en een vlag er op. Hele kuddes mensen lopen er vol geduld achteraan. Ze hoeven niet meer hard te praten of te schreeuwen. Ieder heeft tegenwoordig een apparaatje om zijn/haar nek en elke taal wordt vertaald. Men weet dus meer dan ik, al zou ik er voor geen goud tussen willen lopen. Ik ben nu eenmaal een ontdekkingsreiziger geloof ik. Ook de straten raken weer overbevolkt. Auto’s en net zoveel scooters, die overal tussendoor glippen. Het is verbazingwekkend dat er zo weinig ongelukken gebeuren. Hoewel??? Waar ik zit hoor je de hele dag sirenes loeien van politie en ambulances. Als voetganger kun je beter op de bewaakte oversteekplaatsen oversteken. Door rood rijden is hier geen uitzondering. En echt voorrang heb je hier niet. Helaas na twee dagen hier fietsen ben ik al net zo brutaal als de scooters, Wat dat aangaat pas ik hier best tussen. Voor de rest voelt een beetje dubbel voor me. Ik hou niet van de stad, maar ben hier toch nieuwsgierig naar al die mooie oudheden. Ik hoef niet alles te weten hoe het heet of waar het voor is geweest. Ik geniet van de bouwwerken en beelden, maar ook de afgravingen stralen het verleden uit. Hoe oud zou zo’n steen zijn vraag ik JT, die met net zoveel belangstelling naar beneden gluurt. Evenmin als ik weet hij het antwoord. Ik hoef er niet over na te denken. Het komt allemaal uit de tijd na Christus, waarin de Romeinen half Europa beheersten. Eeuwen en eeuwen oud dus.
Wat is mijn 72 jaar daar nu bij vergeleken. Ook toen was men wreed en op een of andere manier is een deel van de mensheid dat nog steeds. Toen draaide het om macht, nu nog steeds. In al die eeuwen is er weinig geleerd dat liefde een onderdeel van de mensheid hoort te zijn. Mijn mening en misschien zie en voel ik dat wel verkeerd. Fijne dag allemaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten