Sigmaringendorf |
17.59 uur.
Gewassen en geschoren, zoals dat heet, zit ik achter de
computer. Het laatste is gekheid. Wat zou ik moeten scheren onderweg. Die paar
haren op mijn benen misschien? Daar kijkt geen hond naar. Tja en de rest wat je
normaal scheert mag rustig groeien onderweg. Geen hond die dat kan en krijgt te
zien. Onder de douche spuit een straal zo op mijn lip dat het bloed er uit
komt. Wanneer stop die pijn en ellende vraag ik me af. Ik moet toch mijn
gezicht gewoon even kunnen wassen, of zijn de stralen te hard?
Ondanks dat het in km. een korte dag op papier zou zijn is
het aantal toch weer uitgelopen naar 74.23 km . Op gegeven moment zat ik echt op een
dood spoor, geen mens kon me de weg vertellen en de plaatsen waar ik naar toe
moest stonden nergens aangegeven. Afijn, laat ik bij het begin beginnen,
vanmorgen.
Tegen dat ik om 9.20 uur vertrok had de zon de mist
overwonnen. Had nog een bakje yoghurt en een banaan, wat ik heb gegeten voor ik
vertrok vanmorgen. Mijn zware tassen worden weer naar beneden gedragen door
dezelfde aardige man, die minder aardig daar behandeld wordt. Hij zit vol
verdriet. Ik bedank hem nog eens extra voor zijn goede zorgen. Ik vergat naar
de bakker te gaan. Echter in Sigmaringendorf, 7 km . verder is er één die
open is en kan ik alsnog broodjes voor de hele dag halen. Gisteren warm gegeten.
Vandaag en komende dagen weer brooddagen. Geen medelijden, ik ben een
broodeter, dus het is geen straf.
Al heel lang had ik de wens de route Passau – Wenen langs de
Donau te rijden. Nu rij ik er zo’n 10 km . langs, al is er geen stukje blauw te
zien, zoals het lied ‘die schöne blauwe Donau’ wel aangeeft. Heb vannacht
verkeerd gelegen en zelf teveel gesjouwd met de fietstassen, waardoor de hernia
weer de kop opsteekt. Het gekke is dat ik dat met lopen en sjouwen heb, maar
niet met fietsen.
In Scheer aan de Donau staat in een zonnig hoekje een
picknicktafel van marmer met allemaal banken er omheen. Er zit alleen 1 man
zijn biertje te drinken. Hij heeft geen bezwaar dat ik erbij kom zitten, Weer
een eenzaam mens die zijn tijd met een biertje verdoet Hier eet ik mijn eerste
broodje met koffie. We praten even samen.
Even buiten Sigmaringen sta ik op de borden te zoeken waar
ik heen moet, hoor ik ineens roepen; ‘linksaf’. Het zijn Emmy en Fens op de
tandem. We praten even en nemen afscheid. Het zal waarschijnlijk de laatste
keer zijn dat ik ze tegenkom. Zij zijn veel sneller dan ik. Later in de middag
ben ik heel even jaloers op de GPS die zij hebben. Op het moment dat ik de weg
kwijt ben en letterlijk niemand mij de weg kan wijzen en ik ook uit het boekje
geen wijs kan, denk ik echt even, had ik maar zo’n ding. Het wijst je de goede
weg en het had mij vandaag weer 10
km . gescheeld, vooral in klimmen. Ik heb hem niet en net
als velen zal ik nog vele kilometers omrijden, omdat je het niet kunt vinden,
zoals het staat aangegeven. Maar goed, daar kom ik later op terug.
Is het Pluvius weer, die het zo leuk vind vandaag om zijn
harde windstoten tegen me aan te beuken? Al dagen gooit hij roet in het eten.
Toch zal ik van hem winnen, hoe hard hij ook tegen me aan blaast. Vooral van
Rufingen naar Hausen met een flinke klim van 6-9% in het open veld is hij
bijzonder aan het plagen en blaast nog eens extra tegen me aan. Ik lach hem
uit, wetende dat ik dit win van hem, op
weg naar de top. Boven op de berg hoor
ik in de verte kerkklokken luiden. Twee buizerds laten me hun roep weer horen.
Dezelfde als alle dagen ervoor? Wel toevallig dat het er steeds twee zijn. Ze
waarschuwen me, wilde de verkeerde weg nemen, voor Rufingen. Het laatste
gedeelte naar Hausen gaat door het bos. Het is doodstil, geen vogel te horen,
geen mens te zien. Op het moment dat ik dit zeg, begint er een vogel zijn lied
te zingen. Heel zachtjes, alsof het eigenlijk niet mag. Hebben ze mijn
gedachten opgevangen?
Even buiten Hausen ligt een dorp op een heuvel. Zell an
Andelsbach heet het. Heel liefelijk in de zon gelegen hoor ik vanuit de verte
de klokken zachtjes luiden. Pluvius blijft me plagen. Wanneer ik een zakdoek
probeer te pakken om de druppels van mijn neus af te vegen, is het niet meer
nodig. Pluvius heeft hem al afgeveegd. De bellen vliegen rond. Bij het dorp
aangekomen gaat er van alles mis. Er staat een pad naar links aangegeven in het
boekje met korte klim. Er staat nergens dat dit een klim op een grindweg is van
ruim 10%. Ik moet blijven trappen, of het gaat of niet. Stap ik af, kan ik het
vergeten. Bovenaan het pad zitten vier jongelui te kijken of ik boven kom. Ik
moet wel. Op een grindweg stoppen met zo’n helling maakt dat ik geen kant meer
op kan met de fiets. Bovengekomen maak ik even een praatje met de jongelui , na
eerst even op adem te zijn gekomen. Er moet nu ergens een spoorlijn zijn en een
transformatorhuisje volgens mijn boekje. Welke kant ik ook op rij, geen van
beiden zijn te vinden. Fietsers, automobilisten niemand kan mij zeggen waar ik
heen moet. Uiteindelijk na een half uur zoeken ontmoet ik twee jongens die mij
de weg wijzen, althans gedeeltelijk. Wanneer ik nu naar Burnhausen rij, dan ben
ik weer een stukje in de richting. Ik moet er niet zijn, maar begrijp dat dit
de enige oplossing is. Het eerste stuk gaat goed lijkt het, maar dan. 10 km . omgereden, veel
energie verbruikt en vooral tijd. Wilde lekker vroeg zijn om de tijd te nemen
een goedkope kamer te zoeken met Wifi.
Weer geen
plaatsnaam te vinden die zelfs maar in de buurt ligt. Ik rij de grote weg op.
Ja hoor, bergop. Dit stond duidelijk niet in het boekje toch? Het was de dag
van de makkelijke routes, al heb ik daar niet veel van gemerkt. Halverwege de
berg, waar ik zo langzamerhand op apengapen lig op mijn fiets, uiteindelijk een
automobilist aangehouden. Ze rijden als gekken omhoog en omlaag, maar deze
stopt toch op het parkeerplaatsje waar ik sta. Samen uitzoeken waar ik heen
moet lukt zelfs niet op zijn Tom Tom. Wel begrijp ik dat ik de verkeerde kant
uit ben gereden. Afijn, naar beneden rijden is geen punt. Ik blijf op de weg
tot ik op een zijweg een fietser zie staan, die zo vriendelijk is me naar de
juiste weg te brengen. Ondertussen met al dat gezoek bijna
Neubron, de plaats die nergens was te vinden komt eindelijk
in zicht. Van hieruit moet ik kiezen. De makkelijke of zware route. Geen
probleem. De zware route had ik vandaag al genoeg. Nu neem ik de route door het
Deggenhausentahl. Heb er echt geen spijt van. Ineens zie ik in de verte de
Alpen liggen. Ze komen al dichterbij. Een prachtig gezicht, waar ik wel een
foto van heb genomen, maar of het nu echt duidelijk genoeg is te zien, betwijfel
ik. In Wittenhofen is het einde van deze etappe. Echter niet voor mij. Een
kamer kost 55 euro en privékamers zijn allemaal volgeboekt, waar ik ook kom. Dan
word ik doorverwezen naar een plaats hoog in de bergen. Weer een klim van zo’n 9 a 10%. Uiteindelijk kom ik terecht bij hotel Adler
in Hefigkoven. Kamers zijn netjes maar klein. Prijs 45 euro incl. ontbijt.
Zonder ontbijt gaat er maar 4 euro af. Internet heeft hij niet, zegt de
eigenaar en weigert het ook te geven, terwijl zij het wel hebben voor zichzelf.
Nu nog kijken of ik mijn verhaal via de stick op de computer van het hotel mag
zetten. Nee dat was een misverstand, volgens de eigenaar. Niemand mag op de
hotelcomputer, wat ik wel kan begrijpen. Hij dacht dat ik zelf zo’n internet
stick bij me had. Ne natuurlijk niet, is onbetaalbaar. Nu wordt het dus morgen.
Dan bereik ik Bregenz aan de Bodensee. Hier goed alle rust een kamer zoeken en
de rust nemen voor het zware werk begint, de Alpen. Ik laat me verrassen. Groetjes
en fijne avond, Maus
Welja alsof het
allemaal niets is. Zou nog niet erg zijn als het niet vol was geweest. Het kost
weer extra kilometers, maar goed, een deel ervan hoef ik morgen weer niet te
rijden. Wie schreef ook weer dat het een makkelijke tocht en dag zou worden?
4 opmerkingen:
Je bent een Super-Maus!
Alleen even wat rechtzetten: je geeft Pluvius de schuld van de wind... ik hoop niet dat hij zo boos op je wordt dat hij tropische buien over je gaat neerstorten. 'Plu' is de God van de regen. Als je je tegen hem wil beschermen heb je een 'para-Plu' nodig. Degene die je aan het plagen is dat is de windgod Aeolus! Weet je dat ook weer. Wel handig als je iemand gaat beschuldigen. Want je moet die twee gasten te vriend houden...
Dan hebben wij toch dezelfde kwaal gehad Maus, zelfs water drinken deed ontzettende pijn, eten ging al helemaal niet en mijn lippen zaten echt aan elkaar, medicijnen hielpen niet, de diagnose was herpes stomatitus, het beste hiermee, nog één ding, hoe is het nou met die muis afgelopen op je foto? =).
Groetjes,Hans.
Dank je wel May. Pluvius heeft me begrepen en is niet boos geworden. Gelukkig maar.
De muis zal het vast niet overleefd hebben, Hans Kreeg vandaag en goede tip en Confeed zijn ronde plakkertjes er op doen, dan gaat het niet steeds meer open. dat helpt wel
Je hebt één schrale troost Maus, de dermatoloog verzekerde mij toen dat dit eenmalig voorkomt in een mensenleven.
Groetjes, Hans.
Een reactie posten