dinsdag 2 september 2014

Maandag 1 september 2014 Van Ferrara naar St. Alberto 92.85 km

Een dag met regen en verdriet. Ravenna niet gehaald, ook dat hoort bij het leven.
Vannacht rond half twee begon het op een verschrikkelijke manier te regenen. Even later volgde wat onweer dat dichterbij kwam, maar niet echt doorzette. Heb er wat foto’s van gemaakt door het raam heen. Ze konden niet open, wel als klapraam. Maar het lukte. Ik kon niet slapen. Mijn hele lichaam jeukte. Misschien van de vele kilometers en de inspanningen? Daarbij had ik de hele avond al keelpijn en vocht tegen een mug die me zat te pesten. Moet dan echt een borstel nemen met crème om me in te smeren. Op mijn voorhoofd tijgerbalsem, dan hoor of zie ik de mug niet meer en mezelf in het licht zetten. Allemaal methodes om rustig te worden. Een extra slaaptabletje nog ingenomen en uiteindelijk toch in slaap gevallen.

Om 7.11 opgestaan, klaarwakker en fris. Mijn ontbijt waar wel 5 euro voor wordt gerekend is nog kariger dan gisteren. Toen kreeg ik nog drie verpakte broodjes, nu krijg ik er één. Weliswaar iets luxer en groter maar toch, dat kan toch je maag niet vullen voor een dergelijke fietstocht. Op mijn verzoek om nog wat eten wordt beloond met 2 droge toastjes. Geen boter of beleg. Nee, moet ze zo maar eten. De man legt uit dat het ontbijt voor de Italiaan niet belangrijk is. Het gaat om de lunch en het avondeten. Het was hem opgevallen dat ik niet had gegeten de avond tevoren. Maak hem duidelijk dat ik onderweg om 5 uur al gegeten. Kon hij niet begrijpen. Tja, we spreken nu eenmaal twee talen met verschillende gewoontes en gebruiken.  

Om op de route te komen moet ik weer helemaal terug naar Ferrara, bijna 6 kilometer. Bij de kathedraal maak ik een paar foto’s, maar voor de rest laat ik het voor wat het is. Het miezert al vanaf dat ik weg reed bij het hotel. Bij St. Martino gaat het fout. Ze hebben het over de eerste rotonde, maar de tweede wordt niet over gesproken, terwijl je daar naar links moet. Dus rij ik te ver door. Ik vraag  
een man, die op een parkeerplaats aan komt lopen, de weg. Hij legt het me uit. Als ze het in het boekje over een tunneltje hebben twee kilometer verder, zie ik dezelfde man weer aan komen lopen. Hij was er niet gerust op dat het op dit punt goed ging. Dat klopte ook. In het boekje stond dat ik er onderdoor moest, maar moest wel de brug over. Wat had die ene kilometer nu voor zin om, om te gaan rijden. De man was al heel charmant en leuk om te zien, maar dat hij zich zorgen om me maakte, was extra leuk. Ik was al onder de indruk van zijn uitstraling, maar nu nog meer. Dat iemand zich zorgen om je maakt doet je echt wat. Alweer een engel in mijn leven. Eindelijk na drie kwartier zoeken en vragen rij ik op de goede weg. Rechts in de verte straalt een blauwe hemel en een zonnetje zijn stralen. Ach ja, daar rijden de mensen die via Florence en Toscane gaan. Mijn weg leidt naar Assisi. Ondertussen gaat het harder regenen. Het heeft geen zin een regenbroek aan te doen. Dat ding plakt aan mijn benen. Geeft meer ellende dan wanneer mijn benen nat worden. Die drogen wel weer. Het is kil, minstens 10 graden kouder dan gisteren. Moet al vanaf dat ik uit de stad was plassen, maar nergens is er en gelegenheid. Op gegeven moment wordt het zo erg dat ik een boomgaard in duik. Mijn fiets staat onbeheerd op de weg en in de weg. Natuurlijk heb je dan altijd mensen die moeten gaan toeteren, wat er nog eens extra aandacht op vestigt dat ik ergens tussen de struiken zit. Ik kan me er niet druk om maken. Aeolus heeft het ook druk vandaag en blaast zo hard mogelijk. Zolang hij in mijn rug blaast vind ik het prima, maar wanneer ik later op de dag op polderwegen rij, die nogal kronkelig zijn kan hij zijn lol op. Het ene stuk blaast hij me in de rug, het dwarse stuk van de weg blaast hij opzij en moet ik echt met hem in gevecht. May had het al voorspeld, de wind ging draaien. Kon ik voordeel van hebben. Soms dus wel, andere keren keert hij zich in volle kracht tegen me en zijn we weer aan het knokken. We hebben samen heel wat uit te vechten. In datzelfde poldergebied kom ik veel roofvogeltjes tegen. In mijn ogen zijn het valken, die hangen zo mooi strak in de lucht boven hun prooi. Ze hebben een roodbruine gloed op hun rug.

Op weg naar Quantiere komt er een hoosbui. Er is geen huis te zien en wanneer ik er twee ontdek, zijn de hekken potdicht. Er is nergens een gelegenheid om te schuilen. Het water loopt letterlijk mijn schoenen in. Vooral de rechtse moet het bezuren. Waarom juist die, weet ik niet. Voel ik me vervelend hierdoor? Nee, integendeel. Geniet van al die krachten die ik trotseer. Daarnaast geniet ik van de vele zilver- en grijze reigers die ik onderweg tegenkom. De valken die op hun prooi jagen. Wat zijn het er veel in dit natuurgebied. In de verte kraait een haan en de torenklok laat horen dat ik een broodje moet eten. Gelukkig had ik er vanmorgen genoeg gehaald. Een rustpauze op een bankje zit er niet in. Het bankje is zo nat dat ik het ze niet gun om mijn fietsbroek als droogdoek te gebruiken. Even verder komt een valkje op het dak zitten van een schuurtje, recht tegenover waar ik net stil sta. Voorzichtig pak ik de camera van mijn schouder, had hem nog niet weggeborgen. Het is alsof hij me heel hard uit zit te lachen, terwijl hij er als een speer vandoor gaat. Ach ja, ik weet dat ik tegen deze snelheden het af moet leggen. Zij hebben een derde oog voor elke beweging die ik maak 

In Porto Magiare neem ik voor het eerst een cappuccino in een zaak. Smaakt heerlijk, maar degene 50 km. is naar Ravenna. Voor de auto’s tenminste. Ach, ik zie wel hoe ver ik kom. Even later vliegt een Fazant ineens omhoog uit het gras van de berm. Ik schrik net zo hard als zij. Het is een vrouwtje, ze is bruin. Even later zie ik overal kleine witte zilverreigers. Er staan  ook diverse gewone reigers tussen. Op een ander stuk land staan de zilverreigers tussen de ooievaars. En dan komen er zonder reden ineens tranen omhoog. Heb ik redenen om te huilen of is het een voorgevoel? Rond drie uur belt Deesje. Om vier uur wordt mijn schoonzusje van de beademing afgehaald. Alle drie de kinderen en echtgenoten zijn erbij. Ik ben er lijfelijk niet bij, maar fiets gedachteloos verder. Voel dat het verdriet van eerder die dag onbewust hiermee te maken had. Berry, Leo, haar broer en de ouders. Vandaag komen ze alle vijf weer bij elkaar. De dokters hadden vanmorgen de beslissing genomen dat het geen zin had haar nog in leven te houden. Even na vier uur zie ik eerst een groep duiven boven mijn hoofd cirkelen. Even daarna komt een grote groep spreeuwen aanvliegen met een lawaai wat niet normaal is. Ze duiken de boomgaard in, schreeuwen opstandig en dan…, ineens is het doodstil. Ik voel dat alle apparaten losgemaakt zijn. Op dat moment vraag ik Berry om een groep vogels te sturen wanneer zijn zusje Jenny, bij hun is. Ruim 15 minuten later komt er een groep vogels aanvliegen, vlak boven mijn hoofd. Dan vliegen ze verder en ik weet dat Jenny uit haar lijden is verlost. Dan komen de tranen. Ze zaten al hoog, maar nu is het goed. Nooit meer in de rolstoel hoeven zitten. Nooit meer afhankelijk zijn van een ander. Wat kunnen wij ons daarbij voorstellen als gezonde mensen? Eigenlijk nauwelijks de werkelijkheid. Wees gelukkig Jenny en goede reis, roep ik met tranen in mijn ogen naar boven en laat ze rustig even lopen. Ze mogen worden gehuild. Even voel ik me eenzaam en alleen. Ik kan het met niemand delen.
die ik in de tas heb zitten is net zo lekker. Alleen niet in de regen. € 1,40 is niet duur. Bij ons betaal je het dubbele. Een verzopen kat zit te genieten van het warme bakkie, met twee handen het kopje omvattend. Ik zou het niet hebben willen missen. Onderweg zie ik dat het nog

Was het inmiddels twee uurtjes droog geweest en probeerde een waterig zonnetje zich te laten zien, het was een vergissing. Opnieuw krijg ik een hoosbui over me heen. De regendruppels dragen mijn tranen met zich mee. Het is goed zoals het is. Echter nu ik alles op zit schrijven en de dag opnieuw beleef, komt ook het verdriet weer boven. Tegelijkertijd ook vrede. Het is goed zoals het is. Eigenlijk wil ik bij het plaatsje Anita stoppen. Er is geen kamer of hotel te vinden. Bij een bed en breakfast is niemand thuis. Dan maar doorrijden naar Ravenna, nog 15 km. Op weg daarheen zie ik dat op 2 km. afstand in een zijweg een bed en breakfast is. Het blijkt een caravanpark te zijn. Oud, maar schoon. Er is een zwembad, maar voor nu veel te koud. Heb al twee keer gezwommen vandaag. Er is een speelweide, een barbeque gedeelte met zeker zes grote roosters. Men kan er vuurtje stoken in de houtkachels en bakken die er staan en genieten van de zonneweiden. Ergens loopt nog wat vee rond en de mensen zijn vriendelijk. Voor € 25 zonder ontbijt is voor mij alles geregeld. Internet is er niet, komt morgen wel weer. Hoef alles maar klaar te maken.  

Totaal gereden: 1603,27

Geslapen in: S.Alberto, via Forello no. 21A
Facebook: La Valletta




















































 

 

Geen opmerkingen: