Vandaag ben ik in Oostenrijk
aangekomen en het eerste wonder is hier geschied.
Vanmorgen
om 1 minuut over acht wakker geworden en rond kwart voor negen zit ik aan het
ontbijt. Voor die tijd alles opnieuw geordend, zodat ik nu een rugzak en een
overvolle en niet te tillen dubbele fietstas heb. Wat weg kon en geen waarde
had, waaronder zelfs mijn emmertje, heb
ik soms met veel moeite afstand gedaan. Het was niet veel, maar elke kilo is er
wel één als ik morgen de bergen in moet. Bij het ontbijt kreeg ik zoveel lekkere
warme broodjes, dat ik vroeg of ik de rest mee mocht nemen. Ja, zei de man,
alles is voor u. Het leek er op dat hij voor 1 persoon een echt overdadig
ontbijt had gemaakt. Daarnaast nog een schoteltje met tomaat en komkommer in
dunne plakjes gesneden. Kreeg zelfs 2x een cappuccino en nog een glas jus
erbij. Het was zoveel dat ik vanmiddag goed gegeten heb en voor vanavond nog
over had. Hoefde dus alleen maar 1 broodje erbij te halen en een bakje yoghurt.
De broodjes had ik belegd met ham en kaas met daarop de tomaat en komkommer.
Genoeg vitamientjes weer voor vandaag.
De man
tilde zelfs de zware fietstas weer naar beneden en we nemen met een hand
afscheid. Schuin voor me is de lucht hemelsblauw met hier en daar een wolkje,
achter me jagen donkere wolken door de lucht. Natuurlijk is Pluvius met zijn
harde windvlagen weer aanwezig, maar krijgt er later op de dag toch een beetje genoeg
van om me te plagen. Hij heeft me niet klein gekregen. Onderweg zie ik in de
achtertuin van een huis een kerkje staan, helemaal begroeid. Vanuit het hotel
moest ik een iets andere weg nemen, anders dan in het boekje staat. Vanuit de
verte zie ik de Zeppelin weer hangen. Het blijkt dat daar Friedrichshaven ligt,
de geboorteplaats van Graaf Zeppelin. Er schijnt ook een mooi museum te zijn,
maar de route houdt me uit de buurt. De eerste heuveltjes zijn 5 tot 8 %,
daarna wordt het een soort Betuwe. Appelboomgaarden, afgewisseld met Maïsvelden
en even later allemaal hop plantages, prachtig om doorheen te rijden. Een
rustige tocht.
|
Mijn reddende engel |
Sinds de
douchestraal de wond op mijn lip kapot heeft geslagen, is de druk er af. Echter
de pijn komt wel steeds terug, doordat er een korstje opkomt, dat op een of
andere manier weer er af gaat als ik eet of in de nacht. Ook al doe ik dat zo
voorzichtig mogelijk. Het wil heel moeilijk helen en blijft me pijnigen.
Vanmorgen ging het eigenlijk heel goed en alles liep heel lekker zodat opnieuw
dat diepe geluksgevoel van binnen toenam. Doordat ik via een andere weg was
gekomen ging ik weer in de fout. Op gegeven moment, wanneer ik een diepe heuvel
ben afgereden, kom ik uit bij een weg die de verkeerde kant uitgaat. Het besef
weer verkeerd gereden te zijn wordt heel duidelijk wanneer van uit het niets
een man uit de bosweg rechts komt rijden. Als een reddende engel. Moeizaam fietsen
we samen de heuvel op, waarna hij me helemaal daar brengt waar ik moet zijn.
Natuurlijk moet hij op de foto, alleen zijn naam ben ik vergeten te vragen.
Jammer. Ik had het alleen nooit gevonden. Even later zie ik in de
appelboomgaard, waar een klein riviertje het veld door midden snijd, een reiger
staan. Helaas hij hoorde me stoppen en vloog weg. Geen foto dus. De route is
nog steeds prachtig. Onder aan een weg staat een
bankje in de zon, welke me
uitnodigt voor een kop koffie. Heb alle tijd. Even later zie ik vanuit de verte
een blauw jack aankomen. Ja hoor, Wim en Henk. Ze komen er gezellig bij zitten.
Mijn thermoskan heet water verdeel ik over drie bakjes koffie. Hierna nemen we
voor de zekerheid afscheid en langzaam verdwijnen ze tussen de Hopvelden,
terwijl ik nog sta te fotograferen. We zijn elkaar vandaag niet meer
tegengekomen. En morgen gaan zij rondom de Bodensee fietsen en dan op huis aan.
Terwijl ik morgen de Alpen in trek.
In Langenargen
Zie ik voor het eerst de Bodensee. Het water is wild door de harde wind.
Opnieuw sta ik bij een schitterend klein kerkje, helemaal versierd met
schilderingen en geboetseerde wandborden. Ik kan het niet laten. Eerst fotograferen
en dan twee kaarsjes aansteken. De een voor ieder die mij hier heeft geholpen
om deze reis mogelijk te maken, de ander voor iedereen Hierboven die mij
dagelijks helpen. Bij Kressbron vraag ik een echtpaar, de fam. Singer, of ik
even bij ze op het bankje mijn broodje mag eten. Ze schuiven zoveel mogelijk
op. Hoeft niet, zeg ik. Ja hoor, des te mooier is mijn uitzicht. Ze zijn beiden
een jaar ouder als ik. Hebben vroeger in naaimachines gehandeld. Zij maken
foto’s die zij als ansichtkaarten verkopen. Heel professioneel. Terwijl ik dit
schrijf denk ik ineens; ‘zou dat van de Singer naaimachines zijn?’Op dat moment
drong het niet eens tot me door. Haar voornaam is Inke, straks toch eens
nazoeken op internet.
In
Lindau aangekomen is het zo druk dat ik alleen maar even de haven fotografeer
en snel maak dat ik weg kom tussen al die drukte. Het kan me niet bekoren. Ik
blijf toch een buitenmens. Voor ik de stad uit ben zie ik een wel heel
bijzondere boom. Eerst fotografeer ik het geheel, omdat ik aan de bovenkant een
gezicht in de boom zie, neem ik van dt stuk een aparte foto. Echter wanneer ik
verder kijk is het net alsof er een mens aan de onderkant zijn hoofd in de boom
steekt, alsof hij verdriet heeft. Heel ontroerend. Hoeveel mensen zouden hier
ongezien aan voorbij gegaan zijn?
In
Bregenz is mijn eerste rit naar het toeristenbureau. Die vinden al heel snel
een kamer voor me in een pension hoog de berg op, voor 46 euro inclusief
ontbijt. Wanneer ik aankom vraag ik wat het kost zonder ontbijt. 39 Euro zegt
de vrouw. De keuze is gemaakt, zonder
ontbijt, ondanks haar bezwaar dat ik toch niet zonder ontbijt de bergen in kan
gaan? Ik moet papieren invullen en mijn paspoort boven halen. Wanneer ik weer
beneden kom zegt ze tegen me; Ik laat u morgen niet zo gaan. U mag
kiezen, een
ontbijt of lunchpakket mee. Het eerste is het belangrijkste dus kies ik voor
een ontbijt. Ik reken gelijk af en geef 40 euro. Krijg ik in plaats van een
euro, een tientje terug. Voor de reis. Zijn dit nu wonderen of niet? Ik voel me
zo warm worden van binnen, dat er nog mensen zijn die ongevraagd willen helpen
en voor je klaar staan. Daar was ik thuis al verbaasd over en nu weer, omdat
het vreemden zijn. Op deze reis ligt alle zegen, dat is iets wat zeker is.
Totaal gereden: 851,26 km.
|
Samen met Inke Singer. |
|
Lindau haven |
|
Het gezicht in de boom |
|
De mens die zijn gezicht verstopt in de boom alsof hij verdriet heeft en troost wil zoeken |
|
Samen met haar hulp, die mijn fiets de kelder in sjouwde en samen met haar man de bagage boven bracht
|
3 opmerkingen:
Wonderbaarlijk! Je hebt het gehaald. Het eerste boekje is klaar. Wat heb je weer mooie dingen meegemaakt vandaag. Je begint je langzaam een echte pelgrim te voelen.
Morgen langs de gekanaliseerde Rijn. Voorlopig vallen de bergen mee. Ik denk dat je Bludenz haalt en daar overmorgen een stukje de trein zult pakken in plaats van de Arlbergpas op te fietsen.
Sterkte. En geniet er vooral van! Je bent geschiedenis aan het schrijven!
Het valt mij op dat we zo'n beetje dezelfde manier van reizen hebben, oog voor de natuur zoals die boom, genoeg foto's van je omgeving maken en je eigen natje en je droogje bij je, wij hebben ook altijd alles bij ons voor de hele dag, wat fout rijden aangaat dat hebben wij natuurlijk ook wel eens maar in onbekend gebied hou ik dan de zon in de gaten, als hij er is.
Ben benieuwd naar je Alpenritten,het beste
Groetjes, Hans
Morgen inderdaad de trein. Mij te gevaarlijk in die tunnels. Ben na de touristeninformatie direct naar het station gegaan om te reserveren, May
Het is een heerlijke manier van reizen Hans.
Een reactie posten