Om 6.46 word ik wakker van de buurman die nogal luidruchtig opstaat. Heb goed geslapen, maar ben wel helemaal koud geworden. Heb bloot gelegen. Ik kan me omdraaien, maar ook opstaan, verder fietsen en vanmiddag een beetje bijtijds te stoppen. Ik besluit het laatste en heb dus ook even tijd om vast een stukje te schrijven. De koorts is weg, de pijn aan mijn mond en kaak is niets verminderd. De apotheker heeft wel een wondermiddel gegeven, denk ik, maar die verdoving helpt maar heel kort. Buiten is een dichte mist, echter het is nog steeds droog. We zullen zien wat het wordt. Het heerlijkste is ’s morgens of
’s Avonds de reacties bekijken als ik vroeg wakker ben. Het
is gek maar het meeleven, meedenken en de steun van iedereen die mijn verhalen
leest maakt dat ik weer nieuwe krachten op doe op momenten dat het moeilijk
wordt. Je reist alleen en toch merk je daardoor dat je niet alleen bent. In
ieder geval heb ik natuurlijk mijn geloof in God en vaak praat ik ook met hem.
Daarnaast mijn twee engelen en Berry. Hoewel ik van hem nog niet veel heb
gemerkt, weet ik dat hij er wel bij is. Dat zoveel mensen mijn verhalen lezen en
vooral reacties geven, op Facebook, 50 Plusser of per mail en via Google geeft
nog een extra steuntje in de rug. Het is niet altijd even makkelijk als je weer
eens niet goed hebt gelezen in het boekje of iets verkeerd begrijpt, waardoor
je kilometers om rijdt. Echter dat vergeet je ook weer direct en met een lach
draai ik dan maar weer het stuur om en begin met frisse moed opnieuw. Het kost
alleen veel tijd. Soms schijnt het juist zo te moeten. Op die momenten ontmoet
je dan iemand of maak je iets mee. Je ziet wat bijzonders waardoor je weet dat
het juist nodig was dat je die omweg maakte.
Inmiddels ben ik er ook achter dat er goed over me wordt
gewaakt. Het is bijvoorbeeld heel lastig wanneer je verder moet omdat je geen
slaapplaats vind. Gisteren kwam ik bij een hotel. De kamers waren te duur, 70
euro, maar de man haalde als eerste een handdoek om me af te drogen. Het water
droop letterlijk overal uit mijn kleren. Kijk, al kon ik daar niet slapen, hij
hielp me wel even om een paar minuten droog te worden.
16.39 uur.
Sinds kwart voor vier zit ik in Tűbingen op een mooie kamer
bij een particulier adres. Was eerst bij de jeugdherberg maar die was vol. Het
was weer een dag vol belevenissen, dus laat ik bij het begin beginnen. Joanna
Krone verwelkomde mij vanmorgen aan tafel met de vraag wat voor ontbijt ik wilde.
Heb ik daar wat in te zeggen dan? Ja hoor u mag kiezen, zegt ze. Het gewone
ontbijt of 2 Tosti’s met ham en kaas en twee gebakken spiegeleieren. Dat
laatste klinkt zo verleidelijk dat ik gelijk ja zeg. Lees in haar krant dat
Robin Williams is overleden. Volgens Joanna heeft hij zich opgehangen. Weer
iemand die heel wanhopig eenzaam moet zijn geweest. Hij maakte altijd
lachfilms, ik zag hem graag. Geld genoeg en
doodongelukkig.
Om 8.50 uur vertrokken. Joanna zwaait me na, nadat ze de
bagage voor me naar beneden heeft gedragen. De eerste 12 km . gaan moeizaam, de
benen willen niet erg. Hou het vandaag maar op Tűbingen, ver genoeg. Bij de
kruising Rohran-Hildrizhausen zie ik vier buizerds, waarvan ik er drie op de
foto krijg, mits hij gelukt is natuurlijk. Om me heen een weelde aan veldbloemen.
De blauwe lucht blijft achter en grijze regenwolken drijven boven mijn hoofd.
Regenkleding ligt bovenop de bagage voor het grijpen. In Hildrizhausen nodigt
een bushokje me uit om even koffiepauze te houden. Weliswaar pas 17.8 km . gereden, maar heb
er behoefte aan. De benen komen nog steeds moeilijk op gang. Ach ja, ook die
mogen af en toe in opstand komen. Bovendien is er heel veel vals plat met
tussendoor heuvels van 3 tot 7%.
Na Hildrizhausen moet ik het bos in. Tot nu toe foutloos
gereden. Geef mezelf al een compliment. Moet na 50 meter door een slagboom
heen, staat in een boekje. Zie nergens een slagboom en vind de 50 meter wel heel veel.
Bovendien ben ik bezig met een flinke klim die heel moeizaam gaat. Boven
gekomen zie ik nog steeds geen slagboom. Heb ik nu toch de verkeerde weg
genomen? Het kan haast niet, maar voor de zekerheid me omgedraaid en weer naar
beneden gereden. Er stond in het boekje na 50 meter moest ik hem
zien, maar mijn teller geeft tienden aan, terwijl ik dacht dat het meters
waren. Doordat de slagboom omhoog stond, was ik er aan voorbij gegaan. Opnieuw
moet ik dezelfde weg omhoog klimmen. In het boekje staat dat het een klein
klimmetje is, echter wel op een grindweg, doordrenkt van nattigheid. Halverwege
geef ik de pijp aan Maarten, kan echt niet meer voor of achteruit en stap af.
Dommer had ik niet kunnen zijn. Op een normale weg, hoe steil ook kan ik gewoon
weer opstappen. Op een bosweg met allemaal grind geeft dat problemen. Tot drie
keer toe probeer ik op te stappen, maar mijn handen zijn zo slap dat ik drie
keer bijna in de greppel beland omdat de wielen wegglijden op het grind. Ik
begin met eerst het grootste deel van de pruimen uit mijn emmertje te halen. Meer
dan een kilo is het nog. Hou voor twee dagen over, de rest mogen de vogels
eten. Elk stukje gewicht moet ik nu kwijt voor ik naar boven kan lopen met de
fiets. Ja, dat had ik gedacht. Zelfs mijn voeten glijden weg, dus moet ik
zigzaggend de fiets in een lijdensweg naar boven duwen. Eén moment denk ik
echt; ‘waar ben je toch aan begonnen, Maus’, in plaats van even om hulp te
vragen. Tja, eigen schuld, dikke bult. Waarvoor heb ik toch engelen bij me als
ik ze vergeet te vragen op het moment dat ik ze nodig heb. Deze tocht is echt
een leerproces in vele opzichten. Nu was ik zo trots dat ik zonder omwegen
vandaag die weg had gevonden en bezorg ik door onoplettendheid mezelf nog
trammelant. Uiteindelijk ben ik boven en wordt de weg makkelijker. De
lucht
boven me wordt dreigend, toch valt er geen druppel.
Op gegeven moment moet ik in het bos rechtsaf. Nu zijn er
twee wegen naar rechts, welke moet ik nu kiezen. Terwijl ik sta te overleggen
komt er een man op me aflopen. Charmant van uiterlijk, mooie ogen en warme
stem. Hij vraagt waar ik naar toe ga. Vertel mijn doel en wij raken aan de
praat. Hij vertelt dat hij de bossen inspecteert. Er wordt al veel teveel
gekapt en rondom Stuttgart hebben ze de natuur zo hard nodig. Hij is een
wandelaar en natuurmens, dat zie je aan alles. Wijst me het juiste pad dat ik
moet rijden en adviseert me om het klooster in Bebenhausen te bekijken. We
nemen afscheid. 8 Km .
op onverharde wegen door het bos rijden, daarna nog 3 km . op verharde wegen is
heerlijk. De route is schitterend. Opeens strijkt een zonnestraal over mijn
hoofd. Het fietsen gaat makkelijker. Ik hoef nu alleen maar het water van de
beek te volgen. Weer vliegen twee buizerds boven mijn hoofd. Ik hoor hun roep
en stap even af om ze te fotograferen. Mijn gezicht blijft pijn doen, ondanks
dat ik regelmatig die verdovende zalf op doe. Het werkt maar een half uur tot
drie kwartier.
Het is een mooie eenzame route door het bos. Terwijl ik
foto’s maak passeert voor het eerst een vader met twee zonen, die ik even later
tegenkom als ik wil pauzeren. Even hiervoor kom ik om een bocht gereden en zie
een buizerd op een zandheuvel zitten, genietend van de zon die de donkere
wolken heeft overwonnen. Voorzichtig rem ik en stap af. Tot dan toe bleef hij
zitten. Op het moment dat ik mijn camera wil pakken vliegt hij naar een boom,
niet ver weg. Daar kan ik hem precies zien zitten door een gat in het bladerdak
van de boom. Wanneer ik klaar ben met fotograferen vliegt hij op, kijkt om en
laat zijn roep als groet horen. Wonderlijk de band ik heb met deze vogels.
Altijd als ik me even minder voel hoor en zie ik ze boven mijn hoofd.
Honderd meter verder is een plek met twee picknicktafels en
een vuurplaats met banken. De vader, die mij eerder voorbij reed, is hout aan
het sprokkelen, terwijl de zoons proberen op de vuurplaats het hout aan te maken.
Na enige moeite lukt het beiden. Nu nog meer hout zoeken. De vader nodigt me
uit om ook van het houtvuur gebruik te maken om wat te grillen, heb niets
voorhanden om te grillen. Terwijl ik sta te fotograferen komen twee fietsers
aan, volbepakt. Het blijken Nederlanders die net als ik het eerste routeboekje
volgen tot de Bodensee. Hun namen; Wim
de Bruin met het blauwe jack en Harrie Wijdeveld. We maken foto’s van elkaar en
nemen even plaats aan één van de tafels waar ik aan zat te eten. Even later
vervolgen zij hun weg. Ik besluit tien minuten later om eerst naar het klooster
te rijden.
Wanneer ik de poort binnenrij, klimmend en hotsend met mijn
fiets over de kinderkopjes staan beiden het klooster al aan de buitenkant te fotograferen.
Natuurlijk wordt mijn geworstel om de steile heuvel van de binnenplaats op te
komen op de foto gezet. Zal wel wat wezen, denk ik. Wanneer mijn fiets
eindelijk tegen de muur geparkeerd staat moet ik uitleggen waarom ik dat
emmertje, dat me dagelijks nog van dienst is, toch meesjouw. Er zitten nu nog
maar een paar pruimen in en een flesje water. Het klooster is schitterend en
een genot om mooie plaatjes te schieten. Ik neem er ruim de tijd voor. Tegen
half drie vertrek ik richting Tűbingen, vind al snel een adres waar ik kan
slapen voor 25 euro. Helaas ligt het helemaal boven op de heuvel. Op gegeven
moment moest ik een nieuwe heuvel lopend op in de stad. Gelukkig wilde een
jongeman me even helpen, ik kwam niet verder, zo steil was het. De kamer ziet
er keurig uit. Heb mijn verhaal nu eerst geschreven. Ga lekker douchen en wat
te eten halen. Dat is er vandaag bij ingeschoten. Wil misschien de stad even in
om te fotograferen. Heb op weg naar mijn pension mooie dingen gezien.
De pijn aan mijn mond is zo erg dat ik naar de dokter wil. Kan
zelfs niet eten. De vrouw waar ik een kamer heb zegt direct; ‘dat is herpes’,
maar van een zware soort. Hoe komt een mens er aan. Mijn hoofd klopt. Gisteren
opperde de apotheker dat ook al. De vrouw geeft mij een middel wat 3x zo sterk
is als wat ik had gekregen. Voel dat het gelijk werkt. Ze raadt mij aan om
morgen niet te fietsen maar rustig aan te doen. Ik had al gevraagd of ik nog
een nacht kon blijven wat geen probleem was. Voel gewoon dat ik het even
lichamelijk niet aan kan. De pijn was te heftig. Mijn lijf heeft even wat extra
rust nodig. Jeetje, ik weet niet wat zij heeft gegeven, maar voel de pijn
gewoon verdwijnen. Dus even luisteren naar mijn lichaam en morgen lekker
uitslapen. Later op de dag genieten van wat Tűbingen te bieden heeft en heb ik
geen zin, doe ik helemaal niets. Fijne avond allemaal.
Totaal gereden 640,76
km
1 opmerking:
Hallo Maus, gaat het?, die vrouw zou zo maar gelijk kunnen hebben met "herpes", ik heb dat namelijk ook gehad in mijn mond en ben daar heel erg ziek van geweest, jij vraagt jezelf af hoe je eraan komt, zulke dingen slaan toe als je lichaam redelijk uitgeput is, in je eigen belang zou ik toch wel naar je lichaam luisteren. Weer genoten van je verhaal en de schitterende foto's
Het allerbeste , Hans.
Een reactie posten