Dat ik meer kilometers heb dan aangegeven in het boekje komt omdat ik vanmorgen niet direct in mijn gasthaus de weg heb gevraagd, maar rustig terug ben gereden naar de stad. Bovendien was ik gisteren ook al naar de stad gereden, dat zit er nog bij in. Wanneer ik wel zo intelligent was geweest om mijn mond even open te doen, had ik me deze weg kunnen besparen. Mijn gasthaus ligt aan de weg die ik moest rijden om Meran uit te komen. Nadat is gisterenavond alles op internet had gezet, had ik geen behoefte meer om de stad te verkennen. Ben geen stadsmens en winkeltjes kijken kan me totaal niet bekoren. Nooit geweest, zal ook nooit worden. Krijg behoefte om een lekker frietje te eten. En dat voor iemand die daar geen liefhebber van is. Zoekende naar een frietboer eindig ik vlak bij een camping. Een klein bakje friet 2.30 euro. Je schrikt er van, of betaal je dat bij ons ook? Geen idee, koop nooit friet. Hetzelfde met een zak zachte broodjes. Betaalde ik in Zwitserland voor precies hetzelfde merk 3 euro, hier moet ik 4.30 betalen voor precies dezelfde zak. Dacht ik toch dat Zwitserland altijd het duurste land was? De Italianen zijn er nog beter in. Nog zuiniger zijn dus, komende weken.
Op de kamer gekomen belden mijn dochters. Er moest wat zijn,
die bellen nooit. Mijn schoonzusje Jenny, die in de Hamboschkliniek wordt
verpleegd, was gestikt in een ei. Ondanks dat ze schriftelijk had vastgelegd om
niet gereanimeerd te willen worden, heeft men dat toch gedaan. Misschien in
paniek niet aan gedacht. Ze ligt in nu coma in het ziekenhuis Heerlen. “Niet
naar huis komen, mam”, zeggen beiden door de telefoon. Je kunt toch niets voor
haar doen. Je moet deze reis afmaken voor jezelf, wat er ook gebeurd. Het
klopt. Vanaf haar 15e jaar heb ik me mede verantwoordelijk gevoeld
voor het zusje van Berry. Zij heeft bij de geboorte een hersenbloeding gekregen
in de na- oorlog, vlak na het Jappenkamp, waardoor ze haar hele leven verlamd
is geweest. Heeft vanaf haar 9e jaar in tehuizen gezeten. Tot de dood
van Berry heb ik altijd alles voor haar geregeld. Er voor gezorgd dat ze nieuwe
kleding kreeg, geldzaken en andere dingen maakte ik in orde, had ze een nieuw
rolstoel of schoenen nodig. Ik probeerde van jongs af aan, toen mijn schoonouders
het niet meer konden, alles te doen wat mogelijk was. Het was een moeilijke
gesloten vrouw, waar je nooit meer van hoorde dat alles goed was. Ze vertelde
nooit iets van zichzelf en als er iets te doen was, gingen we met meerderen
zodat we onderling wat plezier konden maken. Een keer heeft ze me echt zelf
hulp gevraagd toen ze wilde scheiden. Berry en ik hebben haar hier naar de
Hambosch gehaald, waar ze nu ongeveer 25 jaar zit. Wat er met haar gaat
gebeuren weet niemand. Komt ze uit de coma of niet? Geen mens kan er antwoord
op geven. Als eerste heb ik vanmorgen onderweg een kaarsje speciaal voor haar
opgestoken.
Om 9.01 was ik vertrokken, na een lekker ontbijt. De
eigenaar doet het ontbijt. Had ik nog niet eerder gezien. Aan de foto’s op de
muur ontdek ik dat hij een beroemd toneelspeler is en nog steeds iedere avond
werkt. Ook heeft hij van de Italiaanse provincie Tirool een onderscheiding
ontvangen, zoals onze koning ieder jaar geeft op koningsdag. Hij tekent zelf
mijn pelgrimspaspoort af, dus ongewild en onbedoeld heb ik een beroemde
handtekening verzameld. De lucht ziet er grauw uit, de bergen hangen in dichte
mist, maar de temperatuur is heerlijk om in te fietsen. Ik ben nog geen
kilometer onderweg of er begint iets aan te lopen. Na veel gezoek blijkt er
tussen de linker rem iets te zitten dat ik met moeite er tussenuit krijg. Voel
me net een monteur met vieze smerige handen. Twee kilometer verder springt mijn
spatbord uit zijn klemmen. Na veel gepruts krijg ik ze er weer ingeduwd en kan
ik bijna geluidloos weer verder fietsen. Na 7 km . moet ik kiezen. Het
fietspad langs de rivier de Ádige of door een paar dorpen fietsen. Omdat ik de
rest van de dag nog langs de rivier rij kies ik voor de dorpen. Bovendien kan
ik dan eerst het kaarsje branden en mijn gebed doen voor Jenny. De eerste de
beste kerk die open is, in Vilpian, loop ik binnen. Niet bepaald de mooiste, al
hangt er toch een goede sfeer. Het moeilijk om iets te vragen waarvan je niet
weet wat goed voor haar is. Was ze haar hele leven wel gelukkig in al die
tehuizen? Was ze wel gelukkig met zichzelf. Zolang ze nog onder de 65 was mocht
ze in het winkeltje werken en zat ze op dagrecreatie. Maar de laatste drie jaar
kon dat niet meer. Bovendien begon ze aan Alzheimer te lijden en mocht ze niet
eens meer alleen de afdeling af om haar sigaretje te roken.
In Burgstall zitten voor een café de eerste vroege fanatieke
kaarters al te debatteren over hun spel. De omstanders er omheen bemoeien zich
er natuurlijk ook mee en ik kijk vanaf de fiets lachend toe. Het stuk weg door
de dorpen loopt heuvel op heuvel af, maar is wel gezellig. Je ziet van alles.
Veiliger? Nee, dat is het niet. Italianen houden helemaal geen rekening met
fietsers en scheuren heel dicht langs je heen, waardoor je schrikt en een
beweging maakt, die nog gevaarlijker is.
Terug op het fietspad langs de Ádige, ontmoet ik 4500 km . met zijn fiets
rondgereden. We nemen afscheid, al had hij nog veel kunnen vertellen, maar ik
moet verder.
Tom uit
Augsburg. Volgens zijn zeggen heeft hij rode bordjes voor en achter op zijn
fiets omdat hij behoord tot de Bike-o-holics. Ik moet er speciaal foto’s van
maken. Tom is dit jaar maar 1 maand thuis geweest, de rest met zijn fiets
onderweg. Vannacht heeft hij op een bankje langs het fietspad geslapen. Overal
liggen en hangen zijn kleding. Hij is zijn aanhanger opnieuw aan het inpakken.
Nu zwerft hij alweer 8 weken rond om de Stilfen Joch te beklimmen 2757 mt.
hoog. Het is de hoogste berg van Italië, verteld hij en ligt bij de Reschensee.
Ik heb hem menig keer op de foto staan. Zijn karretje met bezittingen laat hij
dan gewoon in het dorp staan. Hij voelt zich meer een Thuringer dan een
Augsburger, verteld hij. Afgelopen jaar heeft
De weg gaat net als gisteren weer langs de appelboomgaarden,
soms afgewisseld met druivenstokken. Vrede, rust en geluk, het wisselt zich af
in mijn binnenste, een niet te beschrijven gevoel van tevredenheid met mijn
leven zoals het is. Wanneer het zo heet was geweest, wat normaal zo is, dan was
alles misschien veel zwaarder geweest. Zoals het weer nu is met een temperatuur
tussen de 15 en 17 graden is het prima rijden. Inmiddels is het elf uur en ik
begin trek in koffie te krijgen. Terwijl ik even pauze neem voor een slokje
drinken hoor ik in de verte de kerkklokken luiden. Het klinkt van
verre en
klinkt als zachte muziek in mijn oren.
Even later zie ik vier mannen, die mij net passeerden toen
ik stond te fotograferen de eerste vrije picknicktafel innemen. Ik vraag of ik
er bij mag komen zitten. Krijg zelfs een stuk appel aangeboden. Helaas heb ik
geen koffie voor hen en zij hebben geen bekers bij zich. Zijn gisteren in Meran
aangekomen met de auto, fietsen naar Verona en komen dan met de trein weer
terug. Een weekje met z’n vieren op stap. Natuurlijk moet er even een foto
gemaakt en Manfred stuurt later een mailtje om de foto op te vragen. Twee
hebben mail, maar weten hm niet uit hun hoofd, de andere twee geen internet.
Ach ja, zijn van mijn leeftijd en dan heeft niet iedereen interesse in dat
moderne gedoe, zoals ze het noemen. Maar Manfred zorgt dat Peter, Gűnther en
Herman Jozef, de foto’s krijgen. Een leuk onderonsje. Bij Bolzano, waar ik
helemaal niet naar toe wil, raak ik even de weg kwijt. Een fietser komt op me
toe en wijst de goede weg. Bolzano ben ik ooit met Berry en de kinderen
geweest. Er is echt niets wat me hier trekt. Even buiten Bolzano rij ik tussen
2 rivieren in. De Ádige heeft zich hier gesplitst. Een leuk gezicht. Al die
tijd had ik me voorgenomen om het bordje 100 km Ádige te fotograferen, maar precies bij
Bolzano is dat bord net terug te vinden. Jammer. Dan maar net als May
fotografeer ik het bord 110
km . dat de Ádige lang is. En dat gaat nog steeds door.
Voor ik een brug oprij ontmoet ik een jong paar op de racefiets. Ze maken een
foto van me. Altijd leuk als er iemand is die ook de camera kan hanteren en je
zelf ook even te zien bent.
Onderweg, vooral het laatste stuk van Bolzano naar Auer
vliegen de Zwaluwen op en af de dijk, zelfs vlak langs me, alsof ze even willen
groeten. De appelboomgaarden hebben grote aantrekkingskracht. Zouden ze appels
lusten? Ik heb geen idee. Er moet iets zijn, want ze vliegen af en aan. Het is
vochtig en plakkerig weer.
Bij Auer zie ik dat Trento nog 36 km . is. Eigenlijk is hier
de rustplaats. Wat zal ik doen? Van May weet ik dat er nergens internet is. Voor
de zekerheid rij ik het plaatsje binnen. Van de caféhouder hoor ik dat de
omgeving van het gemeentehuis vrij internet heeft. Iedereen kan hier gebruik
van maken. Prima, ik blijf. Een onderdak voor 25 euro is snel gevonden, vlak
bij het stadhuis. Keurige kamer bij oudere dame. Mag mijn was doen en onder het
afdak hangen. Zij en haar dochter brengen de zware bagage naar boven,
natuurlijk weer twee hoog, zoals gewoonlijk. Blijkbaar hebben paren toch een
voordeeltje om op de eerste etage te mogen slapen. Maakt niets uit. Ik heb het
goed, krijg zelfs een verlengsnoer en heb een leuke kamer met een echt zitje er
in.
Vandaag ben ik precies drie weken onderweg en moet nog ongeveer
829 km .
fietsen.
Totaal gereden kilometers: 1180,97. Totale
kosten tot nu toe : 807.79
Bolzano vanuit de verte |
kasteel boven Bolzano |
Bolzano |
Herken je dit paaltje May |
1 opmerking:
Hallo Maus, hoe erg het ook is met jouw schoonzus laat je gedachten er niet door afdwalen tijdens het fietsen, wij maken ook weleens een smakker en dat komt meestal doordat we ons laten afleiden.
Het beste weer, groetjes, Hans.
Een reactie posten