zondag 31 augustus 2014

Zondag 31 augustus 2014 Van Montagnana naar Ferrara 87.98 km.

Een dag vol bijzondere gebeurtenissen die je nooit verwacht
Vanmorgen om 7.15 opgestaan. Als ontbijt wordt er cappuccino geserveerd en een schaal met drie verpakte broodjes neergekwakt op mijn tafel. Nee, de eigenaar is niet bepaald vriendelijk. Of nee, zo moet ik het ook niet zeggen. Hij wist geen raad met me. Er is internet en we krijgen op mijn computer geen contact. Ik kan ze niet duidelijk maken dat het wachtwoord wat op zijn computer zit ook op de mijne ingevuld moet worden. Mag wel de zijne gebruiken, maar zonder muis kan ik daar niets mee. Toch was hij ook nieuwsgierig, maar kon niet met me praten. Sprak geen Engels of Duits en zijn personeel heel gebrekkig Engels. Hoe moest ik vanmorgen weten dat er al jam tussen de croissants zat. Uiteindelijk kom ik er achter door er een open te maken. Had beter zonder ontbijt kunnen nemen. Ik eet twee van die dingen op, de derde neem ik mee. Inmiddels waren we er wel uitgekomen dat ik heet water mee wilde nemen. Hij laat zich verder ook niet meer zien en het aan zijn hulp over om me te helpen met de tassen. 

Om 8.20 ben ik vertrokken. Het is vandaag een flinke tocht van over de 70 kilometer en besluit het rustig aan te doen. Gisteren dat laatste stuk te hard gereden. Dat komt ervan als je met anderen meerijdt. Heel mooi met vertrouwelijke verhalen, maar eigenlijk moet ik dat achteraf altijd bezuren, omdat anderen sneller rijden dan ik. In Minotto zie ik dat de kerk bezig is. Zonder nadenken stop ik, zet de fiets op slot en loop naar binnen. Achterin staat een pastoor, een leerling doet de mis. Ik maak hem duidelijk dat ik pelgrim ben en de mis wil bijwonen.   Een vrouw begrijpt me beter en wijst me een vrije plek aan waar ik kan zitten. Op gegeven moment, vlak voor de communie schieten de tranen in mijn ogen. Er is blijdschap, verdriet, maar ook ontroering, al begrijp ik helemaal niet waarom. Is ook blijkbaar niet nodig, het geeft een rustig gevoel. Na de communie gaat de pastoor nog iets vertellen. Blijkbaar heeft hij het ook over mij. Noemt een paar keer de naam pellegrina.  
Hij zegt geen stempel te hebben. Denkt dat ik daarvoor kom. Alsof ik hem daarvoor in de mis zou storen.
Na afloop steek ik weer twee kaarsen op voor iedereen, ook voor Jenny, mijn schoonzusje. Maak een foto van het kruis aan de muur, met de twee schaduwen en loop op mijn gemak naar buiten. Het was een heel klein kerkje met misschien 50 mensen. Wanneer ik buiten kom staat vrijwel iedereen om mijn fiets heen te kijken. Een jongeman die Engels spreekt vraagt waar ik naar toe ga en waar ik vandaan kom. Dan word ik door de gemeenschap uitgenodigd om mee te gaan, koffie drinken in het huis naast de kerk. De mensen lachen en zijn blij dat ik er ben. Voel me opgenomen en welkom. Even later komt de pastoor ook binnen. Geeft me een hand. Het is een markant man met veel humor, dat straalt hij aan alle kanten uit. Je merkt dat de mensen dol op hem zijn en hem vertrouwen. Datzelfde mis ik als de leerling priester binnen komt. Niemand groet bij komen en weggaan. De pastoor vraagt om mijn pelgrims paspoort, kijkt er in en zegt dat hij het meeneemt om er zijn stempel in te zetten. Of ik daar op wil wachten. Geen probleem. Een dame, die mij direct bij binnenkomst naast zich op de bank trok spreekt ook Engels en vertaald alles wat de dorpsbewoners willen weten. Na een half uur wordt het echt tijd te vertrekken. Het is vijf over half elf. Het paspoort is terug gebracht door een van de mensen uit het dorp. Als afscheid komen velen naar buiten. Ik krijg van een van de vrouwen een rozenrans en een plaatje van Maria mee. Het is ontroerend hoe een kleine gemeenschap jou in hun hart sluiten, maar ook andersom. Ik maak een laatste foto van het kerkje dat me zoveel moois heeft gebracht en zie ook nog wat mensen erbij staan. Jammer ik had de foto van allemaal moeten maken. Er gebeurde zoveel dat ik er niet aan heb gedacht. Mijn hart voelt nog alle emoties en blijdschap van deze dag, terwijl ik dit schrijf. Beleef het weer helemaal opnieuw. Het gezicht van de pastoor kan ik uittekenen zo mooi, warm en vriendelijk maar ook met een vleug van hier ben ik. Een sterke persoonlijkheid. Ik mocht hem vanaf het eerste moment. Een mooi mens.

In Badia Polésine maak ik foto’s van de kerk. De mis is nog bezig. De terrassen aan de overkant zitten vol met alleen maar mannen. Zouden hun vrouwen in de kerk zitten? Het lijkt wel of het hele dorp bezaaid is met terrassen vol mannen. Waar ik ook rij, ik zie er niet één vrouw tussen zitten. Inmiddels ben ik al de derde voorrangsweg overgestoken maar nog steeds niet waar ik wezen moet. Dan roept een van die mannen, onderuitgezakt op zijn terrasstoel zittende, “Via Roma”. Ik zit dus goed. Onderweg naar Rasa staat een vrouw op het balkon te zwaaien naar me, ik zwaai terug. Wat een vriendelijke mensen ontmoet ik hier toch. 

Op gegeven moment passeert een fietser, houdt in en zegt: ‘jij komt uit Nederland’. Ja, klopt. Hij stelt zich voor als Engel Hopman uit Petten en is bollenkweker. Samen met zijn twee broers runnen ze een eigen bedrijf. Hoor dat Poetin ondertussen de grenzen voor de export heeft gesloten. De Italianen hun appels niet kwijt kunnen en ook de Nederlanders niets meer kunnen exporteren. Grote stroppen voor bedrijven dus, die toch niets met dit alles hebben te maken. Ik heb maanden geen nieuws gevolgd, weet helemaal niets van wat er speelt en de vraag is of ik dit alles wel wil weten. Engel rijdt een heel stuk met me mee. Hij moet nog 90 kilometer rijden, daar wacht zijn vriendin op hem met de bagage.
Hij heeft alleen een tas met de dagelijkse benodigdheden op zijn fiets. Heeft maar een kleine drie weken vakantie. Bovendien wil hij met de boot naar Barcelona, 20 uur varen en vandaar weer met de fiets naar Bordeaux. Daar heeft hij Lelies staan. Bij Lardinara stoppen we even zodat hij melk kan kopen. Ik pas op beide fietsen. Engel past zich wel aan mijn snelheid aan, maar ik rij toch weer sneller als ik gewend ben. We zoeken nog even weer de goede weg terug tot buiten Lardinara en nemen dan afscheid. Ik krijg drie kussen op mijn wang en maak natuurlijk foto’s. Een man van bijna twee meter en een kabouter. Jammer dat we niet samen op de foto konden, was nog leuker geweest. 

Inmiddels is het 12.37 u, heb bijna 39 km. gereden en wil wel een pauze houden. Engel heeft me geleerd hoe ik het routeboekje nog beter kan gebruiken, waardoor het duidelijker wordt. Pas in Fratta Polisine staat een bankje aan de rivier in het dorp waar ik eindelijk even rust kan nemen. Na twintig minuten rij ik op mijn eigen tempo verder. Even buiten het dorp zie ik een dunne slang over de weg schuiven, vlak voor mijn wiel. Veel te vlug is hij in het struikgewas verdwenen. Wat ontmoet ik toch allemaal voor bijzondere dieren onderweg. Want het is nog niet klaar. Nog geen kilometer verder kruipen twee harige rupsen over de weg. Moet echt uitkijken dat ik er niet overheen rij. Een paar kilometer verder zie ik opnieuw een zilverreiger in het water staan. Gisteren kreeg ik ze niet echt duidelijk op de foto, vandaag is het dichterbij. Wanneer ik foto’s heb gemaakt en het toestel in mijn tas wil doen hoor ik een hels kabaal. Ik loop snel terug naar het water en zie daar twee bevers zwemmen. De twee spelen  
en af en toe vechten ze met elkaar. Zomaar in het wild. Kan het een mens nog blijer maken dat ik dit allemaal te zien krijg vandaag. In de verte hoor ik een haan kraaien. Twee Nederlanders die ik gisteren al had ontmoet rijden voorbij. Ik vertel van de Zilverreiger, die toch heel bijzonder is. Maar zij hebben andere belangen en gedachten en rijden door. Missen daardoor ook de bevers.

Langs de dijk van Ochiobello zingen de krekels in het riet, vogels tjilpen. Gele, witte en blauwe vlinders spelen hun spel. Ze zijn te snel en laten zich door de camera niet pakken.

Enige tijd later rij ik over de rivier de Po. Het fietspad op de brug is zo smal dat het eng is om te rijden. Wanneer ik er af ben lees ik dat ik de volgende weg linksaf moet. Omdat het een rustig moment is ben ik zo brutaal dat ik al aan de middenstreep gaat rijden. Voor me rijdt op het fietspad een racefietser op het fietspad, al die tijd achteromkijkend tot hij over kan steken. Moet de zelfde weg op. Mij lukt het nu sneller. Ik zie hem lachend kijken. Boven aan de dijk ben ik op zoek naar het fietspad dat in het boekje aangegeven staat. Ik zie het niet. De fietser heeft het in de gaten en komt naast me rijden. Hij brengt me naar het punt waar ik het fietspad  in moet slaan. Allemaal engelen vandaag op mijn weg met mooie bedoelingen die een mens blij maken en vooral dankbaar. 

Rond half vijf ben ik op het toeristisch bureau van Ferrari. Het kasteel en de oude stadsmuren ziet er prachtig uit en was de moeite waard om te fotograferen. Ik ben echter te moe om de camera uit mijn tas te pakken. Het laatste stuk in de stad heb ik zoveel mogelijk op stoepen gereden. De wegen bestaan uit allemaal kleine keien die mij en mijn fiets geen goed doen. Mijn spatbord rammelt steeds weer uit de klemmetjes en er loopt iets aan bij mijn voorwiel door als die hobbels. Het is druk in de stad. Er is een muziekfestival bezig. Overal spelen bandjes. Het enige wat ik nog wil is een kamer. Maar helaas door dit festival zijn het dubbele prijzen. Alleen 5 of 6 km. verder is nog een hotelkamer van 40 euro, wel met gratis internet op de kamer. Ach, die kilometers kunnen er allemaal nog bij. Voor ik de stad uitga eet ik eerst Lasagne voor 7 euro inclusief flesje water. Het smaakte heel wat beter dan gisteren die spaghetti. Het zijn weliswaar kinderporties, maar wie klaagt daarover voor dat geld. Voor mij was het meer dan voldoende en heerlijk. Een echte eter stopt dit in zijn holle kies. Rond kwart voor zes ben ik in het hotel. Douchen, even met Deesje gepraat die weer naar het ziekenhuis ging. Gehoord hoe de verjaardag van Sem, mijn kleinzoon is geweest en dat mijn neefje uit Den haag was gekomen om even bij zijn tante Jenny te kijken. Ik ben weer bijgepraat en uit geschreven. Nog even de foto’s, alles op internet en dan alleen nog maar slapen. Welterusten allemaal. Morgen begin ik aan boekje drie. Het gaat al opschieten. Volgens mij nog 13 dagen fietsen. Rome, nog heel even dan sluit ik je in mijn armen. Maar goed ook, de financiën slinken harder dan was berekent. Het leuke is dat iedereen onderweg het eerste vraagt hoe ik terug ga naar huis. Ik weet het niet, ben daar helemaal niet mee bezig. Probeer eigenlijk een lift te krijgen met een vrachtwagen, dat is het goedkoopste. Slaap lekker en mooie dromen. 


Wanneer ik om 21.30 u. even de gang oploop van het hotel om buiten een frisse neus te hallen, schiet er een klein hagedisje voor mijn voeten weg. Maar dit is een breed soort, niet zoals ik die met tientallen buiten heb gezien. Wat moet ik toch met al die dieren vandaag? 

Totaal gereden: 1510,42 km.

 






























 

Zaterdag 30 augustus 2014 Van Verona naar Montagnana 58.92 km.

 
Mijn rug heeft gisteravond een behoorlijke pijniging ondergaan in het theater, waar ik vannacht veel last van heb gehad. Bovendien heb ik toch gepiekerd over mijn schoonzusje. Ook al had ik minder contact dan jaren geleden met haar, het blijft familie. Bovendien heeft ze dit einde zo niet verdiend.

Vanmorgen was er een andere mevrouw voor het ontbijt. Jammer Michela was er niet. Wel een roerend afscheid genomen van Rosanna en Claudio. Hij vindt dat ik prachtige foto’s maak. Een compliment is altijd mooi om te horen. Sommige ontmoetingen blijven je een leven lang bij, dit is er zo een. Een stukje van mijn hart heb ik in Verona verloren. Een heerlijke stad. Of komt het door Carmen? Maar………, Rome blijft roepen. Na tien kilometer zie ik de borden Lidl en Decatlon staan. Een stukje thuis. Ik ben weer terug op aarde. Voor ik op de goede weg ben heb ik alweer diverse  
keren moeten vraag. Blijkbaar ben ik toch te stom om te begrijpen welke brug de derde is, er zijn er meerderen. De stadsmuur, zoals beschreven kan ik wel vinden. Bij St. Michele moet ik onder een tunnel door. Welke? De eerste die ik neem zit glad verkeerd. Om het hoekje blijkt een grindweg naar boven met grote stenen. Dit kan nooit de bedoeling zijn. Halverwege moet ik afstappen en weer eens mijn fiets naar boven duwen. Een hele klus over de grote stenen heen. Boven gekomen loopt de weg rechtdoor dood, ik kan wel naar rechts om het stuk dorp heen. Uiteindelijk kom ik toch terecht bij de echte tunnel, die groot genoeg was om een heel peloton doorheen te laten en zonder klimwerk. Inmiddels is het zo heet, 32 graden in de schaduw, dat de reuzel langs mijn billen loopt. Geen aangenaam gevoel dus al dat gezweet. Zit al met een zonnebril en pet op, die steeds af wil waaien. Nog dieper over mijn ogen getrokken kan ik bijna niets meer zien.

Rond half elf gaat de wekker voor mijn medicijnen. Voor de tweede keer had ik ze vandaag vergeten. Ik heb een hekel aan die waarschuwing, maar vandaag ben ik er blij mee. Terwijl ik ze in sta te nemen stopt er een dure slee. In rap Italiaans wordt me blijkbaar de weg verteld. Vertel dat ik het zelf niet weet en gast ben in hun land. De wegen zijn slecht in de kleine dorpen, maar ach……, wie zei dat de weg naar Rome geplaveid moest zijn. Mijn spatbord rammelt steeds los met gevolg dat het nog slechter is dan het al was. Steeds weer stap ik af om het tussen de klemmen vast te zetten, het helpt niets. Na veel vragen blijk ik uiteindelijk op de goede weg te zitten. Ik passeer prachtige visvijvers en even daarna een kabbelend beekje. De zon laat zich van zijn beste kanten zien. Waar kan een mens nog meer van genieten? Even voorbij Centogmano groeit de wilde hop vlakbij een prachtige oprijlaan van Pijnbomen. De weg loopt opnieuw langs appelboomgaarden en maïsvelden. Even voor Mambrotta, staat aan de linkerzijde van de weg een prachtig Maria beeld. Op de achtergrond eerst een maïsveld en daarachter de Apennijnen. Ook hier is de kerk gesloten, de derde al. Ik wil toch alleen dat kaarsje maar opsteken voor Jenny. Terwijl ik aan de deuren sta te rammelen vliegen twee parende zwarte vlinders langs. Hagedisjes vliegen even later voor m’n wielen weg. Omdat ik altijd al moeite heb gehad met links en rechts rij ik prompt verkeerd. Het pijltje blijkt naar links te staan in het boekje, ik rij prompt naar rechts. Ben bijna terug bij de kerk, wanneer ik het in de gaten heb. Ach, een kilometertje meer of minder maakt geen verschil meer. Of zou ik een zonnesteek van de warmte hebben? In een oude walnootboom hoor ik een vogel. Zoek hem, omdat er nog nauwelijks bladeren aan de boom hangen, maar kan hem niet vinden. Ondertussen word ik gepasseerd door twee fietsers. Het kunnen niet anders dan Hollanders zijn op weg naar Rome. Later ontmoeten we elkaar weer. Zij hebben Emmy en Frens op de tandem ontmoet in Remagen en hadden later gemaild dat ze een oudere ondernemende dame hadden ontmoet. Grappig hoe je elkaar toch steeds weer op een of andere manier ontmoet. In Albero is opnieuw de kerk gesloten. Zouden dorpsbewoners geen behoefte hebben om even een gebedje in de kerk te doen? Of is dit een gebied waar Don Camillo woonde en de ………………? Opnieuw kijk ik naar links waar de bergen in de verte steeds hoger worden. Een klein gedichtje schiet me te binnen:

Ligt het venijn in de Appenijn?

Na ruim 20 kilometer is er eindelijk een stoepje waar ik even rustig kan zitten. Al die tijd was er geen bankje te zien. Het is vijf over half een. Mijn water is bijna op en het wordt tijd voor een supermarkt. Mijn kaas in het trommeltje van Marco is gesmolten. Ik moet het letterlijk aan het brood plakken o het los te krijgen uit de folie. De chocola in het bakje is tot een zacht gesmolten smurrie verworden. Ach, vanavond trekt het weer bij en is het weer eetbaar, mits het niet dagelijks gebeurt. Bij de supermarkt heb ik niets in de gaten en i.p.v. gewoon water, bronwater gekocht. Niet te drinken, maar het is vocht. Even later moet ik een keuze maken tussen twee grindwegen. Op dat moment ontmoet ik Johan en Leny Allard uit Haarlem, die roepen; follow me. Een stuk verder zie ik allemaal witte vogels opvliegen het blijken een klein soort zilverreigers te zijn. Op dat punt ontmoeten we elkaar. Toevallig staat er ook nog een bankje dat leidt tot echt gespleten billen. De gaten tussen de stangen zijn veel te groot en nodigt niet uit tot aangenaam verpozen. Er is een leuke klik en tot bijna aan het einde blijven we samen rijden. Onderweg willen zij in een café water tanken. Ik wil doorrijden, keer even later om. Zou dom zijn om hier niet even van het toilet gebruik te maken. Die gelegenheid had ik nog niet. Laat het nu ook nog zo’n ouderwets hangding zijn waar je stevig vasthoudend aan twee stangen boven moet hangen. Om alles in het juiste gaatje te mikken is een crime. Gelukkig staat er een bezem bij om de restanten de ernaast zijn gevallen weg kunt vegen. Ik dacht dat dit soort toiletten uitgestorven was, maar niet in dit dorp. Ik krijg een drankje aangeboden en even later delen we nog twee blikjes cola met z’n drietjes. Het laatste stuk rijden we samen, maar ik mis een aantal dingen om te fotograferen, dus haak ik even af. Leny roept nog dat ik ze wel inhaal, maar het lukt me niet. 

In Motagnana rij ik eerst naar de VVV. Ze hebben een kamer met ontbijt voor 30 euro en er is internet. Helaas mijn computer accepteert hun paswoord niet. Er moet een andere gang zijn met zijn wachtwoord, maar het taalprobleem steekt hier de kop op. Ik mag wel even op zijn computer, maar krijg het zonder muis niet overgezet. Dan mar morgen. Een nieuwe dag. Later op de avond ga ik eten in het dorp. Had ook hier in het hotel gekund begreep ik. Dar ontmoet ik beide echtparen weer. Kon niet anders. We rijden allemaal dezelfde route. Leny en Johan rij ik achterop met de fiets. Zij willen eten en zijn nog zoekende. Ik rij door. Kom bij een pizzeria en zie daar voor 6 euro spaghetti staan. Later realiseerde ik me dat zij beiden daar misschien hadden willen eten en dan is het minder leuk dat ik er al naar toe was gegaan met de fiets. Ik kan niet echt zeggen dat ik het lekker vond. Erger is dat het water free was, maar als het er op aankomt willen ze me 2,50 laten betalen. Uiteindelijk rekent de eigenaar 1 euro voor het water en op de rekening staat ook nog 1 euro voor het wassen van het tafelkleed. Ja, zo kom je ook aan je prijzengeld. 

Totaal gereden km. 1422,44