Vanmorgen om 7.15 opgestaan. Als ontbijt wordt er cappuccino
geserveerd en een schaal met drie verpakte broodjes neergekwakt op mijn tafel.
Nee, de eigenaar is niet bepaald vriendelijk. Of nee, zo moet ik het ook niet
zeggen. Hij wist geen raad met me. Er is internet en we krijgen op mijn
computer geen contact. Ik kan ze niet duidelijk maken dat het wachtwoord wat op
zijn computer zit ook op de mijne ingevuld moet worden. Mag wel de zijne
gebruiken, maar zonder muis kan ik daar niets mee. Toch was hij ook
nieuwsgierig, maar kon niet met me praten. Sprak geen Engels of Duits en zijn
personeel heel gebrekkig Engels. Hoe moest ik vanmorgen weten dat er al jam
tussen de croissants zat. Uiteindelijk kom ik er achter door er een open te
maken. Had beter zonder ontbijt kunnen nemen. Ik eet twee van die dingen op, de
derde neem ik mee. Inmiddels waren we er wel uitgekomen dat ik heet water mee wilde
nemen. Hij laat zich verder ook niet meer zien en het aan zijn hulp over om me
te helpen met de tassen.
Om 8.20 ben ik vertrokken. Het is vandaag een flinke tocht
van over de 70
kilometer en besluit het rustig aan te doen. Gisteren
dat laatste stuk te hard gereden. Dat komt ervan als je met anderen meerijdt.
Heel mooi met vertrouwelijke verhalen, maar eigenlijk moet ik dat achteraf
altijd bezuren, omdat anderen sneller rijden dan ik. In Minotto zie ik dat de
kerk bezig is. Zonder nadenken stop ik, zet de fiets op slot en loop naar
binnen. Achterin staat een pastoor, een leerling doet de mis. Ik maak hem
duidelijk dat ik pelgrim ben en de mis wil bijwonen. Een vrouw begrijpt me beter en wijst me een
vrije plek aan waar ik kan zitten. Op gegeven moment, vlak voor de communie
schieten de tranen in mijn ogen. Er is blijdschap, verdriet, maar ook
ontroering, al begrijp ik helemaal niet waarom. Is ook blijkbaar niet nodig,
het geeft een rustig gevoel. Na de communie gaat de pastoor nog iets vertellen.
Blijkbaar heeft hij het ook over mij. Noemt een paar keer de naam pellegrina.
Hij zegt geen stempel te
hebben. Denkt dat ik daarvoor kom. Alsof ik hem daarvoor in de mis zou storen.Na afloop steek ik weer twee kaarsen op voor iedereen, ook voor Jenny, mijn schoonzusje. Maak een foto van het kruis aan de muur, met de twee schaduwen en loop op mijn gemak naar buiten. Het was een heel klein kerkje met misschien 50 mensen. Wanneer ik buiten kom staat vrijwel iedereen om mijn fiets heen te kijken. Een jongeman die Engels spreekt vraagt waar ik naar toe ga en waar ik vandaan kom. Dan word ik door de gemeenschap uitgenodigd om mee te gaan, koffie drinken in het huis naast de kerk. De mensen lachen en zijn blij dat ik er ben. Voel me opgenomen en welkom. Even later komt de pastoor ook binnen. Geeft me een hand. Het is een markant man met veel humor, dat straalt hij aan alle kanten uit. Je merkt dat de mensen dol op hem zijn en hem vertrouwen. Datzelfde mis ik als de leerling priester binnen komt. Niemand groet bij komen en weggaan. De pastoor vraagt om mijn pelgrims paspoort, kijkt er in en zegt dat hij het meeneemt om er zijn stempel in te zetten. Of ik daar op wil wachten. Geen probleem. Een dame, die mij direct bij binnenkomst naast zich op de bank trok spreekt ook Engels en vertaald alles wat de dorpsbewoners willen weten. Na een half uur wordt het echt tijd te vertrekken. Het is vijf over half elf. Het paspoort is terug gebracht door een van de mensen uit het dorp. Als afscheid komen velen naar buiten. Ik krijg van een van de vrouwen een rozenrans en een plaatje van Maria mee. Het is ontroerend hoe een kleine gemeenschap jou in hun hart sluiten, maar ook andersom. Ik maak een laatste foto van het kerkje dat me zoveel moois heeft gebracht en zie ook nog wat mensen erbij staan. Jammer ik had de foto van allemaal moeten maken. Er gebeurde zoveel dat ik er niet aan heb gedacht. Mijn hart voelt nog alle emoties en blijdschap van deze dag, terwijl ik dit schrijf. Beleef het weer helemaal opnieuw. Het gezicht van de pastoor kan ik uittekenen zo mooi, warm en vriendelijk maar ook met een vleug van hier ben ik. Een sterke persoonlijkheid. Ik mocht hem vanaf het eerste moment. Een mooi mens.
In Badia Polésine maak ik foto’s
van de kerk. De mis is nog bezig. De terrassen aan de overkant zitten vol met
alleen maar mannen. Zouden hun vrouwen in de kerk zitten? Het lijkt wel of het
hele dorp bezaaid is met terrassen vol mannen. Waar ik ook rij, ik zie er niet
één vrouw tussen zitten. Inmiddels ben ik al de derde voorrangsweg overgestoken
maar nog steeds niet waar ik wezen moet. Dan roept een van die mannen,
onderuitgezakt op zijn terrasstoel zittende, “Via Roma”. Ik zit dus goed.
Onderweg naar Rasa staat een vrouw op het balkon te zwaaien naar me, ik zwaai
terug. Wat een vriendelijke mensen ontmoet ik hier toch.
Op gegeven moment passeert een
fietser, houdt in en zegt: ‘jij komt uit Nederland’. Ja, klopt. Hij stelt zich
voor als Engel Hopman uit Petten en is bollenkweker. Samen met zijn twee broers
runnen ze een eigen bedrijf. Hoor dat Poetin ondertussen de grenzen voor de
export heeft gesloten. De Italianen hun appels niet kwijt kunnen en ook de
Nederlanders niets meer kunnen exporteren. Grote stroppen voor bedrijven dus,
die toch niets met dit alles hebben te maken. Ik heb maanden geen nieuws
gevolgd, weet helemaal niets van wat er speelt en de vraag is of ik dit alles
wel wil weten. Engel rijdt een heel stuk met me mee. Hij moet nog 90 kilometer rijden,
daar wacht zijn vriendin op hem met de bagage.
Hij heeft alleen een tas met de
dagelijkse benodigdheden op zijn fiets. Heeft maar een kleine drie weken
vakantie. Bovendien wil hij met de boot naar Barcelona, 20 uur varen en vandaar
weer met de fiets naar Bordeaux. Daar heeft hij Lelies staan. Bij Lardinara
stoppen we even zodat hij melk kan kopen. Ik pas op beide fietsen. Engel past
zich wel aan mijn snelheid aan, maar ik rij toch weer sneller als ik gewend
ben. We zoeken nog even weer de goede weg terug tot buiten Lardinara en nemen
dan afscheid. Ik krijg drie kussen op mijn wang en maak natuurlijk foto’s. Een
man van bijna twee meter en een kabouter. Jammer dat we niet samen op de foto
konden, was nog leuker geweest.
Inmiddels is het 12.37 u, heb bijna
39 km .
gereden en wil wel een pauze houden. Engel heeft me geleerd hoe ik het routeboekje
nog beter kan gebruiken, waardoor het duidelijker wordt. Pas in Fratta Polisine
staat een bankje aan de rivier in het dorp waar ik eindelijk even rust kan
nemen. Na twintig minuten rij ik op mijn eigen tempo verder. Even buiten het
dorp zie ik een dunne slang over de weg schuiven, vlak voor mijn wiel. Veel te
vlug is hij in het struikgewas verdwenen. Wat ontmoet ik toch allemaal voor
bijzondere dieren onderweg. Want het is nog niet klaar. Nog geen kilometer
verder kruipen twee harige rupsen over de weg. Moet echt uitkijken dat ik er
niet overheen rij. Een paar kilometer verder zie ik opnieuw een zilverreiger in
het water staan. Gisteren kreeg ik ze niet echt duidelijk op de foto, vandaag
is het dichterbij. Wanneer ik foto’s heb gemaakt en het toestel in mijn tas wil
doen hoor ik een hels kabaal. Ik loop snel terug naar het water en zie daar
twee bevers zwemmen. De twee spelen
en af en toe vechten ze met elkaar. Zomaar
in het wild. Kan het een mens nog blijer maken dat ik dit allemaal te zien
krijg vandaag. In de verte hoor ik een haan kraaien. Twee Nederlanders die ik
gisteren al had ontmoet rijden voorbij. Ik vertel van de Zilverreiger, die toch
heel bijzonder is. Maar zij hebben andere belangen en gedachten en rijden door.
Missen daardoor ook de bevers.
Langs de dijk van Ochiobello zingen
de krekels in het riet, vogels tjilpen. Gele, witte en blauwe vlinders spelen
hun spel. Ze zijn te snel en laten zich door de camera niet pakken.
Enige tijd later rij ik over de
rivier de Po. Het fietspad op de brug is zo smal dat het eng is om te rijden.
Wanneer ik er af ben lees ik dat ik de volgende weg linksaf moet. Omdat het een
rustig moment is ben ik zo brutaal dat ik al aan de middenstreep gaat rijden.
Voor me rijdt op het fietspad een racefietser op het fietspad, al die tijd
achteromkijkend tot hij over kan steken. Moet de zelfde weg op. Mij lukt het nu
sneller. Ik zie hem lachend kijken. Boven aan de dijk ben ik op zoek naar het
fietspad dat in het boekje aangegeven staat. Ik zie het niet. De fietser heeft
het in de gaten en komt naast me rijden. Hij brengt me naar het punt waar ik
het fietspad in moet slaan. Allemaal
engelen vandaag op mijn weg met mooie bedoelingen die een mens blij maken en
vooral dankbaar.
Rond half vijf ben ik op het toeristisch
bureau van Ferrari. Het kasteel en de oude stadsmuren ziet er prachtig uit en
was de moeite waard om te fotograferen. Ik ben echter te moe om de camera uit
mijn tas te pakken. Het laatste stuk in de stad heb ik zoveel mogelijk op
stoepen gereden. De wegen bestaan uit allemaal kleine keien die mij en mijn
fiets geen goed doen. Mijn spatbord rammelt steeds weer uit de klemmetjes en er
loopt iets aan bij mijn voorwiel door als die hobbels. Het is druk in de stad.
Er is een muziekfestival bezig. Overal spelen bandjes. Het enige wat ik nog wil
is een kamer. Maar helaas door dit festival zijn het dubbele prijzen. Alleen 5
of 6 km .
verder is nog een hotelkamer van 40 euro, wel met gratis internet op de kamer. Ach,
die kilometers kunnen er allemaal nog bij. Voor ik de stad uitga eet ik eerst Lasagne
voor 7 euro inclusief flesje water. Het smaakte heel wat beter dan gisteren die
spaghetti. Het zijn weliswaar kinderporties, maar wie klaagt daarover voor dat
geld. Voor mij was het meer dan voldoende en heerlijk. Een echte eter stopt dit
in zijn holle kies. Rond kwart voor zes ben ik in het hotel. Douchen, even met
Deesje gepraat die weer naar het ziekenhuis ging. Gehoord hoe de verjaardag van
Sem, mijn kleinzoon is geweest en dat mijn neefje uit Den haag was gekomen om
even bij zijn tante Jenny te kijken. Ik ben weer bijgepraat en uit geschreven.
Nog even de foto’s, alles op internet en dan alleen nog maar slapen.
Welterusten allemaal. Morgen begin ik aan boekje drie. Het gaat al opschieten.
Volgens mij nog 13 dagen fietsen. Rome, nog heel even dan sluit ik je in mijn
armen. Maar goed ook, de financiën slinken harder dan was berekent. Het leuke
is dat iedereen onderweg het eerste vraagt hoe ik terug ga naar huis. Ik weet
het niet, ben daar helemaal niet mee bezig. Probeer eigenlijk een lift te
krijgen met een vrachtwagen, dat is het goedkoopste. Slaap lekker en mooie
dromen.
Wanneer ik om 21.30
u. even de gang oploop van het hotel om buiten een frisse neus te hallen,
schiet er een klein hagedisje voor mijn voeten weg. Maar dit is een breed
soort, niet zoals ik die met tientallen buiten heb gezien. Wat moet ik toch met
al die dieren vandaag?
Totaal gereden: 1510,42 km .